Hertrouwen (to remarry) conjugation

Dutch
26 examples

Conjugation of hertrouwen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
hertrouw
I remarry
hertrouwt
you remarry
hertrouwt
he/she/it remarries
hertrouwen
we remarry
hertrouwen
you all remarry
hertrouwen
they remarry
Present perfect tense
ben hertrouwd
I have remarried
bent hertrouwd
you have remarried
is hertrouwd
he/she/it has remarried
zijn hertrouwd
we have remarried
zijn hertrouwd
you all have remarried
zijn hertrouwd
they have remarried
Past tense
hertrouwde
I remarried
hertrouwde
you remarried
hertrouwde
he/she/it remarried
hertrouwden
we remarried
hertrouwden
you all remarried
hertrouwden
they remarried
Future tense
zal hertrouwen
I will remarry
zult hertrouwen
you will remarry
zal hertrouwen
he/she/it will remarry
zullen hertrouwen
we will remarry
zullen hertrouwen
you all will remarry
zullen hertrouwen
they will remarry
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou hertrouwen
I would remarry
zou hertrouwen
you would remarry
zou hertrouwen
he/she/it would remarry
zouden hertrouwen
we would remarry
zouden hertrouwen
you all would remarry
zouden hertrouwen
they would remarry
Subjunctive mood
hertrouwe
I remarry
hertrouwe
you remarry
hertrouwe
he/she/it remarry
hertrouwe
we remarry
hertrouwe
you all remarry
hertrouwe
they remarry
Past perfect tense
was hertrouwd
I had remarried
was hertrouwd
you had remarried
was hertrouwd
he/she/it had remarried
waren hertrouwd
we had remarried
waren hertrouwd
you all had remarried
waren hertrouwd
they had remarried
Future perf.
zal hertrouwd zijn
I will have remarried
zal hertrouwd zijn
you will have remarried
zal hertrouwd zijn
he/she/it will have remarried
zullen hertrouwd zijn
we will have remarried
zullen hertrouwd zijn
you all will have remarried
zullen hertrouwd zijn
they will have remarried
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou hertrouwd zijn
I would have remarried
zou hertrouwd zijn
you would have remarried
zou hertrouwd zijn
he/she/it would have remarried
zouden hertrouwd zijn
we would have remarried
zouden hertrouwd zijn
you all would have remarried
zouden hertrouwd zijn
they would have remarried
Du
Ihr
Imperative mood
hertrouw
remarry
hertrouwt
remarry

Examples of hertrouwen

Example in DutchTranslation in English
"Ik ga hertrouwen.""I'm going to remarry."
't Probleem is dat ik dan zal moeten hertrouwen.And when he dies, I'll have to remarry.
- Hebt u overwogen te hertrouwen?- Have you considered remarrying?
- Ik geloof dat ik wil zeggen dat we groeien en huwelijken helaas kapotgaan en dat vrouwen hertrouwen.I don't know, I suppose I'm saying... people grow and marriages sadly break up and... women remarry, you know? Fortunes, they change hands.
- Ik wil niet hertrouwen.Well, I don't want to remarry you.
In mijn eigen geval, nu mijn vrouw dood is, bestaat er 73 procent kans dat ik binnen de negen jaar sterf op voorwaarde dat ik niet hertrouw.In my own case, now that my wife has died there is a 73 percent chance that I will die within nine years provided that I do not remarry.
Tenzij ik hertrouw of een nieuwe vriendin krijg.Well, unless I remarry or start seeing someone else-- then we're back on.
Zo heb ik niet gezegd dat ik direct hertrouw, zodat jij geld bespaart. Klopt.Like I know I didn't promise to remarry right away just to save you alimony.
Als je binnen een maand niet hertrouwt, zal ik stappen ondernemen.If you do not remarry by the end of the month, steps will have to be taken.
Als u hertrouwt, kunt u uw nieuwe vrouw tot begunstigde benoemen.Should you remarry, your new wife at that time could be named your primary beneficiary.
Hoelang rouwt men normaal voordat je hertrouwt?What's the respectful period of mourning Before I could remarry?
Maar als je hertrouwt met de eerste, wordt dat technisch gezien het tweede.But if I remarry the first one, he technically becomes the second.
Niet alleen hertrouwt m'n ex Gigi vandaag... maar Wanamaker wilde me spreken. Hij heeft 't twee keer bevestigd.Not only is my ex-wife Gigi remarrying-- right now, as a matter of fact-- but Wanamaker called me himself, wanted to see me first thing.
- Ben je hertrouwd?Oh, you remarried?
- Bent u hertrouwd?You remarried?
- Hij is hertrouwd.- He remarried.
- Is je vader nooit hertrouwd?- Your father never remarried?
- Je weet dat mijn vader hertrouwd is.You don't remember me telling you when my father remarried?
"Hij hertrouwde verschillende keren.""He remarried several times. " Enough.
- Toen gingen mijn ouders scheiden... en mijn moeder hertrouwde.- Then my parents got divorced and my mother remarried.
- Zijn moeder hertrouwde.- His mother remarried.
Dan zes maanden later hertrouwde hij. Snel, ik weet het.Then six months later he remarried.
Dat ik niet hertrouwde... ondanks vele aanbiedingen... is omdat ik niet gecommandeerd wilde worden.One of the reasons that I never remarried despite a quite bewildering range of offers was the determination never again to be ordered around.
En omdat je allebei later hertrouwden ...And since you are both subsequently remarried...
Omdat je allebei later hertrouwden, u hebt beiden bigamie gepleegd, die wordt bestraft met maximaal een jaar gevangenis.Since you both have subsequently remarried, you both have committed bigamy, which is punishable by up to a year in prison.
Ver voor jullie hertrouwden natuurlijk.It was way before you two were remarried, of course.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

vertrouwen
trust

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

heffen
lift
hermunten
do
hernieuwen
renew
heroprichten
reestablish
herschikken
rearrange
herscholen
retrain
herstructureren
restructure
hertellen
recount
heruitbrengen
reissue
hoereren
whore honor

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'remarry':

None found.
Learning languages?