Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Heengaan (to bring around) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ga heen
gaat heen
gaat heen
gaan heen
gaan heen
gaan heen
Present perfect tense
heb heengegaan
hebt heengegaan
heeft heengegaan
hebben heengegaan
hebben heengegaan
hebben heengegaan
Past tense
ging heen
ging heen
ging heen
gingen heen
gingen heen
gingen heen
Future tense
zal heengaan
zult heengaan
zal heengaan
zullen heengaan
zullen heengaan
zullen heengaan
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou heengaan
zou heengaan
zou heengaan
zouden heengaan
zouden heengaan
zouden heengaan
Subjunctive mood
ga heen
ga heen
ga heen
ga heen
ga heen
ga heen
Past perfect tense
had heengegaan
had heengegaan
had heengegaan
hadden heengegaan
hadden heengegaan
hadden heengegaan
Future perf.
zal heengegaan hebben
zal heengegaan hebben
zal heengegaan hebben
zullen heengegaan hebben
zullen heengegaan hebben
zullen heengegaan hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou heengegaan hebben
zou heengegaan hebben
zou heengegaan hebben
zouden heengegaan hebben
zouden heengegaan hebben
zouden heengegaan hebben
Present bijzin tense
heenga
heengaat
heengaat
heengaan
heengaan
heengaan
Past bijzin tense
heenging
heenging
heenging
heengingen
heengingen
heengingen
Future bijzin tense
zal heengaan
zult heengaan
zal heengaan
zullen heengaan
zullen heengaan
zullen heengaan
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou heengaan
zou heengaan
zou heengaan
zouden heengaan
zouden heengaan
zouden heengaan
Subjunctive bijzin mood
heenga
heenga
heenga
heenga
heenga
heenga
Du
Ihr
Imperative mood
ga heen
gaat heen

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

opengaan
open

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

granuleren
granulate
grapjassen
do
grootbrengen
base
haken
do
halen
fetch
heenbrengen
bring around
heenleiden
do
heensnellen
rush around
herdrukken
reprint
herformuleren
rephrase

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'bring around':

None found.