Glazuren (to glaze) conjugation

Dutch
15 examples

Conjugation of glazuren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
glazuur
I glaze
glazuurt
you glaze
glazuurt
he/she/it glazes
glazuren
we glaze
glazuren
you all glaze
glazuren
they glaze
Present perfect tense
heb geglazuurd
I have glazed
hebt geglazuurd
you have glazed
heeft geglazuurd
he/she/it has glazed
hebben geglazuurd
we have glazed
hebben geglazuurd
you all have glazed
hebben geglazuurd
they have glazed
Past tense
glazuurde
I glazed
glazuurde
you glazed
glazuurde
he/she/it glazed
glazuurden
we glazed
glazuurden
you all glazed
glazuurden
they glazed
Future tense
zal glazuren
I will glaze
zult glazuren
you will glaze
zal glazuren
he/she/it will glaze
zullen glazuren
we will glaze
zullen glazuren
you all will glaze
zullen glazuren
they will glaze
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou glazuren
I would glaze
zou glazuren
you would glaze
zou glazuren
he/she/it would glaze
zouden glazuren
we would glaze
zouden glazuren
you all would glaze
zouden glazuren
they would glaze
Subjunctive mood
glazure
I glaze
glazure
you glaze
glazure
he/she/it glaze
glazure
we glaze
glazure
you all glaze
glazure
they glaze
Past perfect tense
had geglazuurd
I had glazed
had geglazuurd
you had glazed
had geglazuurd
he/she/it had glazed
hadden geglazuurd
we had glazed
hadden geglazuurd
you all had glazed
hadden geglazuurd
they had glazed
Future perf.
zal geglazuurd hebben
I will have glazed
zal geglazuurd hebben
you will have glazed
zal geglazuurd hebben
he/she/it will have glazed
zullen geglazuurd hebben
we will have glazed
zullen geglazuurd hebben
you all will have glazed
zullen geglazuurd hebben
they will have glazed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geglazuurd hebben
I would have glazed
zou geglazuurd hebben
you would have glazed
zou geglazuurd hebben
he/she/it would have glazed
zouden geglazuurd hebben
we would have glazed
zouden geglazuurd hebben
you all would have glazed
zouden geglazuurd hebben
they would have glazed
Du
Ihr
Imperative mood
glazuur
glaze
glazuurt
glaze

Examples of glazuren

Example in DutchTranslation in English
Het plakt aan je handen als je het draait, maar na het glazuren is het perfect.Sticks to your hands when it's on the wheel, but it glazes like a dream.
Nee, ik kom alleen de bekers glazuren.No, I'm just here to glaze your mugs.
Waar leerde de meest gevreesde kapitein van de vrije zeeën 'n varken te kruiden en te glazuren?How exactly does the most feared captain of the high seas learn how to spice and glaze a pig?
Zal ik nu de ham glazuren?Shall l glaze the ham now?
Zijn huid oppompen met lucht, dan glazuren met honing en aan zijn nek hangen tot hij droog is.Pump its skin up with air, then glaze it with a hot honey and hang it by its neck until it dries.
- In verf, kleurstoffen en glazuur.Paints, dyes, glazes...
- Met jam, naturel en met glazuur.- Jelly, plain and glazed.
Alleen glazuur.There's only glazed.
Als het glazuur van een pot beschadigd was, dan kwamen de gifstoffen op Leslie's hand terecht.If a jar's glaze was compromised, then the toxins could have leached onto Leslie's hand.
Als men in een nostalgische bui is, vergeet men blijkbaar het kankerverwekkend glazuur.Well, I guess when people get nostalgic for the good old days, they overlook things like carcinogenic glaze.
'Er hangt zoveel af... van een rode kruiwagen... geglazuurd met regenwater... vlak naast de witte kippen'."So much depends "upon a red wheelbarrow "glazed with rain water
-Nee, alleen geglazuurd.No, he just glazed me.
Alvie, de hoorzitting.... - Iedereen houdt van donuts... geglazuurd, kransjes, olifantsoren... zelfs donut gaten.Alvie, the hearing- everyone loves doughnuts-- glazed, crullers, elephant ears, even doughnut holes.
Bestrooid of chocolade of jam of geglazuurd.Sprinkled or chocolate or jelly or glazed.
De oude. van geglazuurd aardewerk. waren niet groot genoeg meer.The old ones made of glazed earthware, were not big enough anymore.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

glaceren
glaze

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

geleiden
conduct
generen
feel embarrassed
geuren
do
giebelen
giggle
ginnegappen
sneer
glaceren
glaze
glasstralen
glass blasting
glibberen
slither
graaien
grab
grabben
grab

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'glaze':

None found.
Learning languages?