Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Friemelen (to fidget) conjugation

Dutch
11 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
friemel
friemelt
friemelt
friemelen
friemelen
friemelen
Present perfect tense
heb gefriemeld
hebt gefriemeld
heeft gefriemeld
hebben gefriemeld
hebben gefriemeld
hebben gefriemeld
Past tense
friemelde
friemelde
friemelde
friemelden
friemelden
friemelden
Future tense
zal friemelen
zult friemelen
zal friemelen
zullen friemelen
zullen friemelen
zullen friemelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou friemelen
zou friemelen
zou friemelen
zouden friemelen
zouden friemelen
zouden friemelen
Subjunctive mood
friemele
friemele
friemele
friemele
friemele
friemele
Past perfect tense
had gefriemeld
had gefriemeld
had gefriemeld
hadden gefriemeld
hadden gefriemeld
hadden gefriemeld
Future perf.
zal gefriemeld hebben
zal gefriemeld hebben
zal gefriemeld hebben
zullen gefriemeld hebben
zullen gefriemeld hebben
zullen gefriemeld hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gefriemeld hebben
zou gefriemeld hebben
zou gefriemeld hebben
zouden gefriemeld hebben
zouden gefriemeld hebben
zouden gefriemeld hebben
Du
Ihr
Imperative mood
friemel
friemelt

Examples of friemelen

Example in DutchTranslation in English
- Je bent aan het friemelen.- You're fidgeting.
- Niet friemelen.- Stop fidgeting.
Die knaap zat steeds te friemelen, wanneer Jocelyn aan het woord was, alsof het hem niet interesseerde.This bloke kept fidgeting every time Jocelyn was on her feet, like he wasn't interested.
En niet friemelen.And don't fidget.
Hij zat maar te friemelen.He kept fidgeting around.
Maar mijn hart wordt koud, en ik kan het niet helpen, maar friemel,"But my heart goes cold, "and I can't help but fidget,
- Hij friemelt al, sinds ik hier ben.He hasn't stopped fidgeting since I got here.
Als je niet friemelt, ben je erg mooi... en erg lang.When you're not fidgeting, you look very beautiful... - and very tall. - [ Laughs ]
Hij friemelt, wil geen oogcontact.He's fidgeting. Doesn't want to make eye contact.
Hij kan vaak niet op z'n beurt wachten hij is vaak druk, lijkt gedreven door een motor valt mensen in de rede of stoort ze en friemelt met z'n handen of voeten.He often has difficulty awaiting his turn is often quote-unquote "on the go," or acts as if driven by a motor often interrupts or intrudes on others and often fidgets with hands or feet.
Leg wel je handen over elkaar zodat je niet friemelt.But remember, fold your hands to avoid fidgeting.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

frommelen
crease
wriemelen
fidget

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

flessen
do
fluctueren
fluctuate
fnuiken
cripple
foeteren
groan
frictioneren
do
frijnen
chamfer
frituren
curl
fulmineren
junket
galvaniseren
galvanize
gaslaan
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'fidget':

None found.