Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Emailleren (to enamel) conjugation

Dutch
2 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
emailleer
emailleert
emailleert
emailleren
emailleren
emailleren
Present perfect tense
heb geëmailleerd
hebt geëmailleerd
heeft geëmailleerd
hebben geëmailleerd
hebben geëmailleerd
hebben geëmailleerd
Past tense
emailleerde
emailleerde
emailleerde
emailleerden
emailleerden
emailleerden
Future tense
zal emailleren
zult emailleren
zal emailleren
zullen emailleren
zullen emailleren
zullen emailleren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou emailleren
zou emailleren
zou emailleren
zouden emailleren
zouden emailleren
zouden emailleren
Subjunctive mood
emaillere
emaillere
emaillere
emaillere
emaillere
emaillere
Past perfect tense
had geëmailleerd
had geëmailleerd
had geëmailleerd
hadden geëmailleerd
hadden geëmailleerd
hadden geëmailleerd
Future perf.
zal geëmailleerd hebben
zal geëmailleerd hebben
zal geëmailleerd hebben
zullen geëmailleerd hebben
zullen geëmailleerd hebben
zullen geëmailleerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geëmailleerd hebben
zou geëmailleerd hebben
zou geëmailleerd hebben
zouden geëmailleerd hebben
zouden geëmailleerd hebben
zouden geëmailleerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
emailleer
emailleert

Examples of emailleren

Example in DutchTranslation in English
Ik weet niets van emailleren, jij ?I know nothing about enamelware.
Wat in essentie dentine is, en emailleren. Oppervlakte van verscheidene onderkaken zijn levenloos, en hebben daarom, geen morele code.What is essentially dentin and enamel outcrops from various mandibles are inanimate, and therefore, have no moral code.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

brailleren
do
emballeren
pack

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

dulden
endure
dunnen
thin
duperen
harm
duren
last
dweilen
bother
echelonneren
echelon honor
elimineren
elide
emanciperen
enamel
emenderen
emend
encanailleren
demeanself

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'enamel':

None found.