Brailleren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of brailleren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
brailleer
I do
brailleert
you do
brailleert
he/she/it does
brailleren
we do
brailleren
you all do
brailleren
they do
Present perfect tense
heb gebrailleerd
I have done
hebt gebrailleerd
you have done
heeft gebrailleerd
he/she/it has done
hebben gebrailleerd
we have done
hebben gebrailleerd
you all have done
hebben gebrailleerd
they have done
Past tense
brailleerde
I did
brailleerde
you did
brailleerde
he/she/it did
brailleerden
we did
brailleerden
you all did
brailleerden
they did
Future tense
zal brailleren
I will do
zult brailleren
you will do
zal brailleren
he/she/it will do
zullen brailleren
we will do
zullen brailleren
you all will do
zullen brailleren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou brailleren
I would do
zou brailleren
you would do
zou brailleren
he/she/it would do
zouden brailleren
we would do
zouden brailleren
you all would do
zouden brailleren
they would do
Subjunctive mood
braillere
I do
braillere
you do
braillere
he/she/it do
braillere
we do
braillere
you all do
braillere
they do
Past perfect tense
had gebrailleerd
I had done
had gebrailleerd
you had done
had gebrailleerd
he/she/it had done
hadden gebrailleerd
we had done
hadden gebrailleerd
you all had done
hadden gebrailleerd
they had done
Future perf.
zal gebrailleerd hebben
I will have done
zal gebrailleerd hebben
you will have done
zal gebrailleerd hebben
he/she/it will have done
zullen gebrailleerd hebben
we will have done
zullen gebrailleerd hebben
you all will have done
zullen gebrailleerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gebrailleerd hebben
I would have done
zou gebrailleerd hebben
you would have done
zou gebrailleerd hebben
he/she/it would have done
zouden gebrailleerd hebben
we would have done
zouden gebrailleerd hebben
you all would have done
zouden gebrailleerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
brailleer
do
brailleert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

emailleren
enamel

Similar but longer

debrailleren
do

Random

blieven
do
boffen
be lucky
bomberen
crown
boren
drill
bottelen
bottle
bovenhalen
top pick
braden
roast
brainstormen
brainstorm
broeden
incubate
brouilleren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?