Doubleren (to do) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of doubleren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
doubleer
I do
doubleert
you do
doubleert
he/she/it does
doubleren
we do
doubleren
you all do
doubleren
they do
Present perfect tense
heb gedoubleerd
I have done
hebt gedoubleerd
you have done
heeft gedoubleerd
he/she/it has done
hebben gedoubleerd
we have done
hebben gedoubleerd
you all have done
hebben gedoubleerd
they have done
Past tense
doubleerde
I did
doubleerde
you did
doubleerde
he/she/it did
doubleerden
we did
doubleerden
you all did
doubleerden
they did
Future tense
zal doubleren
I will do
zult doubleren
you will do
zal doubleren
he/she/it will do
zullen doubleren
we will do
zullen doubleren
you all will do
zullen doubleren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou doubleren
I would do
zou doubleren
you would do
zou doubleren
he/she/it would do
zouden doubleren
we would do
zouden doubleren
you all would do
zouden doubleren
they would do
Subjunctive mood
doublere
I do
doublere
you do
doublere
he/she/it do
doublere
we do
doublere
you all do
doublere
they do
Past perfect tense
had gedoubleerd
I had done
had gedoubleerd
you had done
had gedoubleerd
he/she/it had done
hadden gedoubleerd
we had done
hadden gedoubleerd
you all had done
hadden gedoubleerd
they had done
Future perf.
zal gedoubleerd hebben
I will have done
zal gedoubleerd hebben
you will have done
zal gedoubleerd hebben
he/she/it will have done
zullen gedoubleerd hebben
we will have done
zullen gedoubleerd hebben
you all will have done
zullen gedoubleerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gedoubleerd hebben
I would have done
zou gedoubleerd hebben
you would have done
zou gedoubleerd hebben
he/she/it would have done
zouden gedoubleerd hebben
we would have done
zouden gedoubleerd hebben
you all would have done
zouden gedoubleerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
doubleer
do
doubleert
do

Examples of doubleren

Example in DutchTranslation in English
Dit is de negende keer dat ik thuis blijf. Als ze me pakken, moet ik doubleren. Ik doe dit niet voor mezelf, maar voor jou.It's my ninth sick day If I get caught, I won't graduate I'm doing this for you
Pas en doubleren.Pass and double.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

doorleren
do

Similar but longer

redoubleren
redouble

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?