Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Doorwerken (to work on) conjugation

Dutch
12 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
werk door
werkt door
werkt door
werken door
werken door
werken door
Present perfect tense
heb doorgewerkt
hebt doorgewerkt
heeft doorgewerkt
hebben doorgewerkt
hebben doorgewerkt
hebben doorgewerkt
Past tense
werkte door
werkte door
werkte door
werkten door
werkten door
werkten door
Future tense
zal doorwerken
zult doorwerken
zal doorwerken
zullen doorwerken
zullen doorwerken
zullen doorwerken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou doorwerken
zou doorwerken
zou doorwerken
zouden doorwerken
zouden doorwerken
zouden doorwerken
Subjunctive mood
werke door
werke door
werke door
werke door
werke door
werke door
Past perfect tense
had doorgewerkt
had doorgewerkt
had doorgewerkt
hadden doorgewerkt
hadden doorgewerkt
hadden doorgewerkt
Future perf.
zal doorgewerkt hebben
zal doorgewerkt hebben
zal doorgewerkt hebben
zullen doorgewerkt hebben
zullen doorgewerkt hebben
zullen doorgewerkt hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou doorgewerkt hebben
zou doorgewerkt hebben
zou doorgewerkt hebben
zouden doorgewerkt hebben
zouden doorgewerkt hebben
zouden doorgewerkt hebben
Present bijzin tense
doorwerk
doorwerkt
doorwerkt
doorwerken
doorwerken
doorwerken
Past bijzin tense
doorwerkte
doorwerkte
doorwerkte
doorwerkten
doorwerkten
doorwerkten
Future bijzin tense
zal doorwerken
zult doorwerken
zal doorwerken
zullen doorwerken
zullen doorwerken
zullen doorwerken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou doorwerken
zou doorwerken
zou doorwerken
zouden doorwerken
zouden doorwerken
zouden doorwerken
Subjunctive bijzin mood
doorwerke
doorwerke
doorwerke
doorwerke
doorwerke
doorwerke
Du
Ihr
Imperative mood
werk door
werkt

Examples of doorwerken

Example in DutchTranslation in English
Dan nemen we hem samen door en kun je eraan doorwerken.We'll go over it together, and you can work on it while I'm away.
Ik zal de beleefdheid opbrengen dit voor je te lezen, zodat je eraan kan doorwerken in plaats van met nieuwe dingen te komen, want vannacht ga ik jou instoppen.I'm gonna do you the courtesy of reading these so that you can continue to work on them instead of coming up with new things, because I'm gonna tuck you in tonight.
In de theoriekamer hebben Marco en jij 't er altijd over dat alle zaken waar we aan werken, ergens doorwerken.Every time we stop by the theory room, you and Marco always talk about how every case we work on has a ripple effect.
Maar voor mijn gezondheid en voor mijn leven, ga ik me houden aan dit doel en doorwerken.But for my health and for my life, this is a goal I'm going to keep and stick with and work on.
Op de open vlakte gingen de marsmannen door met hameren. Ze bleven onvermoeibaar doorwerken aan hun machines.On Horsell Common, the Martians continued hammering and stirring, sleepless, indefatigable, at work on the machines they were making.
Als ik niet doorwerk op zondag, moet ik iemand erbij inhuren.And if I don't work on Sunday, then I have to hire some extra hands.
Ik laat je lekker thuis slapen terwijl ik er aan doorwerk.I'm willin' to let you sleep at home while I work on this some more.
't Maakt niet uit waar je werkt, je krijgt niks cadeau.Doesn't matter if you work on plutonium or dog food... because they won't give you a thing.
- Dat werkt niet bij mij.- That won't work on me.
- Dat werkt niet bij twee federales.That's not gonna work on two federales.
- Dat werkt niet op mij, dus doe geen moeite.That's not going to work on me, so don't bother.
- Dat werkt ook tegen vampiers, hé ?I understand they work on vampires too.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

doodwerken
dead works
voorwerken
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'work on':

None found.