Doorvaren (to sail) conjugation

Dutch
13 examples

Conjugation of doorvaren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vaar door
I sail
vaart door
you sail
vaart door
he/she/it sails
varen door
we sail
varen door
you all sail
varen door
they sail
Present perfect tense
heb doorgevaren
I have sailed
hebt doorgevaren
you have sailed
heeft doorgevaren
he/she/it has sailed
hebben doorgevaren
we have sailed
hebben doorgevaren
you all have sailed
hebben doorgevaren
they have sailed
Past tense
voer door
I sailed
voer door
you sailed
voer door
he/she/it sailed
voeren door
we sailed
voeren door
you all sailed
voeren door
they sailed
Future tense
zal doorvaren
I will sail
zult doorvaren
you will sail
zal doorvaren
he/she/it will sail
zullen doorvaren
we will sail
zullen doorvaren
you all will sail
zullen doorvaren
they will sail
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou doorvaren
I would sail
zou doorvaren
you would sail
zou doorvaren
he/she/it would sail
zouden doorvaren
we would sail
zouden doorvaren
you all would sail
zouden doorvaren
they would sail
Subjunctive mood
vare door
I sail
vare door
you sail
vare door
he/she/it sail
vare door
we sail
vare door
you all sail
vare door
they sail
Past perfect tense
had doorgevaren
I had sailed
had doorgevaren
you had sailed
had doorgevaren
he/she/it had sailed
hadden doorgevaren
we had sailed
hadden doorgevaren
you all had sailed
hadden doorgevaren
they had sailed
Future perf.
zal doorgevaren hebben
I will have sailed
zal doorgevaren hebben
you will have sailed
zal doorgevaren hebben
he/she/it will have sailed
zullen doorgevaren hebben
we will have sailed
zullen doorgevaren hebben
you all will have sailed
zullen doorgevaren hebben
they will have sailed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou doorgevaren hebben
I would have sailed
zou doorgevaren hebben
you would have sailed
zou doorgevaren hebben
he/she/it would have sailed
zouden doorgevaren hebben
we would have sailed
zouden doorgevaren hebben
you all would have sailed
zouden doorgevaren hebben
they would have sailed
Present bijzin tense
doorvaar
I sail
doorvaart
you sail
doorvaart
he/she/it sails
doorvaren
we sail
doorvaren
you all sail
doorvaren
they sail
Past bijzin tense
doorvoer
I sailed
doorvoer
you sailed
doorvoer
he/she/it sailed
doorvoeren
we sailed
doorvoeren
you all sailed
doorvoeren
they sailed
Future bijzin tense
zal doorvaren
I will sail
zult doorvaren
you will sail
zal doorvaren
he/she/it will sail
zullen doorvaren
we will sail
zullen doorvaren
you all will sail
zullen doorvaren
they will sail
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou doorvaren
I would sail
zou doorvaren
you would sail
zou doorvaren
he/she/it would sail
zouden doorvaren
we would sail
zouden doorvaren
you all would sail
zouden doorvaren
they would sail
Subjunctive bijzin mood
doorvare
I sail
doorvare
you sail
doorvare
he/she/it sail
doorvare
we sail
doorvare
you all sail
doorvare
they sail
Du
Ihr
Imperative mood
vaar door
sail
vaart
sail

Examples of doorvaren

Example in DutchTranslation in English
Een platbodem vlot zoals deze zal rustig doorvaren... en we hebben een paar twaalf knopige wind gekregen.Flat bottom craft like this will sail along smartly and we've been getting some 12 knot winds.
Ik wil wel naar de zee doorvaren.I wish we could sail right on down to the sea.
Je wilt dat ze gewoon doorvaren?You want them to sail through.
En vaar door het KattegatAnd sail down the Kattegatt
Wil jij de laatste wens van een oude zieke man gaan vervullen. -Voordat hij weg vaart door de parelwitte poorten?Will you grant an old man his dying wish before he sails through the pearly gates on a river of cream sauce?
Het is als varen door een mijnenveld.It's like sailing through a minefield.
Na een gesprekje met de hulpaanklager zijn ze weer doorgevaren.After speaking to the public prosecutor they all clammed up and sailed on.
Terwijl ik het anker zal lichten, door zo'n vaarwater naar open zee ga... Tenslotte weet u dat er mijnen in de doorvaart zijn.I'll need time to weigh anchor, after that I'll need time to sail through the channel... and finally, you know that the open sea exit is mined.
" De romantiek weer oprakelen als je op volle zee vaart. ""Rekindle the romance as you sail the high seas."
- De Belgrano vaart weg van de eilanden.The Belgrano is sailing directly away from the islands.
- Je vaart rond.- You sail around.
- Morgenochtend vaart er een boot uit.- Tomorrow morning, there is a boat sailing.
- O nee? Maar hij vaart langs je werk.But he sails past your work.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

doorboren
pierce
doorleren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'sail':

None found.
Learning languages?