Doorspreken (to do) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of doorspreken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
spreek door
I do
spreekt door
you do
spreekt door
he/she/it does
spreken door
we do
spreken door
you all do
spreken door
they do
Present perfect tense
heb doorgesproken
I have done
hebt doorgesproken
you have done
heeft doorgesproken
he/she/it has done
hebben doorgesproken
we have done
hebben doorgesproken
you all have done
hebben doorgesproken
they have done
Past tense
sprak door
I did
sprak door
you did
sprak door
he/she/it did
spraken door
we did
spraken door
you all did
spraken door
they did
Future tense
zal doorspreken
I will do
zult doorspreken
you will do
zal doorspreken
he/she/it will do
zullen doorspreken
we will do
zullen doorspreken
you all will do
zullen doorspreken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou doorspreken
I would do
zou doorspreken
you would do
zou doorspreken
he/she/it would do
zouden doorspreken
we would do
zouden doorspreken
you all would do
zouden doorspreken
they would do
Subjunctive mood
spreke door
I do
spreke door
you do
spreke door
he/she/it do
spreke door
we do
spreke door
you all do
spreke door
they do
Past perfect tense
had doorgesproken
I had done
had doorgesproken
you had done
had doorgesproken
he/she/it had done
hadden doorgesproken
we had done
hadden doorgesproken
you all had done
hadden doorgesproken
they had done
Future perf.
zal doorgesproken hebben
I will have done
zal doorgesproken hebben
you will have done
zal doorgesproken hebben
he/she/it will have done
zullen doorgesproken hebben
we will have done
zullen doorgesproken hebben
you all will have done
zullen doorgesproken hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou doorgesproken hebben
I would have done
zou doorgesproken hebben
you would have done
zou doorgesproken hebben
he/she/it would have done
zouden doorgesproken hebben
we would have done
zouden doorgesproken hebben
you all would have done
zouden doorgesproken hebben
they would have done
Present bijzin tense
doorspreek
I do
doorspreekt
you do
doorspreekt
he/she/it does
doorspreken
we do
doorspreken
you all do
doorspreken
they do
Past bijzin tense
doorsprak
I did
doorsprak
you did
doorsprak
he/she/it did
doorspraken
we did
doorspraken
you all did
doorspraken
they did
Future bijzin tense
zal doorspreken
I will do
zult doorspreken
you will do
zal doorspreken
he/she/it will do
zullen doorspreken
we will do
zullen doorspreken
you all will do
zullen doorspreken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou doorspreken
I would do
zou doorspreken
you would do
zou doorspreken
he/she/it would do
zouden doorspreken
we would do
zouden doorspreken
you all would do
zouden doorspreken
they would do
Subjunctive bijzin mood
doorspreke
I do
doorspreke
you do
doorspreke
he/she/it do
doorspreke
we do
doorspreke
you all do
doorspreke
they do
Du
Ihr
Imperative mood
spreek door
do
spreekt
do

Examples of doorspreken

Example in DutchTranslation in English
Moeten we de gevolgen niet eerst doorspreken?Sir, before you do that, we should talk through the consequences.
! Waarom spreekt ze geen Engels?Why does he not speak English?
"Hou je kop, dombo. Je spreekt niet eens goed Engels.'You don't even speak English. "
"Iiefhebber van menigtes, anti- vivisectionist, spreekt GIendower en eclectisch opportunist die z'n persoonlijkheid baseert op een steeds wisselende reeks helden.""A lover of crowds, an anti- vivisectionist, a speaker of Glendower and an eclectic opportunist who elusively remodels his personality on an ever- changing succession of heroes."
"Sam deed zijn was in de machine en begon te twijfelen of Chuck wel de waarheid spreekt.""Sam tossed his gigantic darks into the machine. He was starting to doubt Chuck, whether he was telling the whole truth. "
'Kunt u dan iemand halen die Catalaans spreekt?'Can you fetch someone who does speak Catalan?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

doorspekken
pervade
voorspreken
intercede

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?