Doorbijten (to do) conjugation

Dutch
13 examples

Conjugation of doorbijten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bijt door
I do
bijt door
you do
bijt door
he/she/it does
bijten door
we do
bijten door
you all do
bijten door
they do
Present perfect tense
heb doorgebeten
I have done
hebt doorgebeten
you have done
heeft doorgebeten
he/she/it has done
hebben doorgebeten
we have done
hebben doorgebeten
you all have done
hebben doorgebeten
they have done
Past tense
beet door
I did
beet door
you did
beet door
he/she/it did
beten door
we did
beten door
you all did
beten door
they did
Future tense
zal doorbijten
I will do
zult doorbijten
you will do
zal doorbijten
he/she/it will do
zullen doorbijten
we will do
zullen doorbijten
you all will do
zullen doorbijten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou doorbijten
I would do
zou doorbijten
you would do
zou doorbijten
he/she/it would do
zouden doorbijten
we would do
zouden doorbijten
you all would do
zouden doorbijten
they would do
Subjunctive mood
bijte door
I do
bijte door
you do
bijte door
he/she/it do
bijte door
we do
bijte door
you all do
bijte door
they do
Past perfect tense
had doorgebeten
I had done
had doorgebeten
you had done
had doorgebeten
he/she/it had done
hadden doorgebeten
we had done
hadden doorgebeten
you all had done
hadden doorgebeten
they had done
Future perf.
zal doorgebeten hebben
I will have done
zal doorgebeten hebben
you will have done
zal doorgebeten hebben
he/she/it will have done
zullen doorgebeten hebben
we will have done
zullen doorgebeten hebben
you all will have done
zullen doorgebeten hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou doorgebeten hebben
I would have done
zou doorgebeten hebben
you would have done
zou doorgebeten hebben
he/she/it would have done
zouden doorgebeten hebben
we would have done
zouden doorgebeten hebben
you all would have done
zouden doorgebeten hebben
they would have done
Present bijzin tense
doorbijt
I do
doorbijt
you do
doorbijt
he/she/it does
doorbijten
we do
doorbijten
you all do
doorbijten
they do
Past bijzin tense
doorbeet
I did
doorbeet
you did
doorbeet
he/she/it did
doorbeten
we did
doorbeten
you all did
doorbeten
they did
Future bijzin tense
zal doorbijten
I will do
zult doorbijten
you will do
zal doorbijten
he/she/it will do
zullen doorbijten
we will do
zullen doorbijten
you all will do
zullen doorbijten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou doorbijten
I would do
zou doorbijten
you would do
zou doorbijten
he/she/it would do
zouden doorbijten
we would do
zouden doorbijten
you all would do
zouden doorbijten
they would do
Subjunctive bijzin mood
doorbijte
I do
doorbijte
you do
doorbijte
he/she/it do
doorbijte
we do
doorbijte
you all do
doorbijte
they do
Du
Ihr
Imperative mood
bijt door
do
bijt
do

Examples of doorbijten

Example in DutchTranslation in English
Even doorbijten.All right, bite down on that pain. Okay.
Ik moest even doorbijten tot na de bruiloft.All I had to do was make it through the wedding. That's all I had to do.
Maar je bent bijna klaar, dus gewoon doorbijten.But you're almost done, so just suck it up.
Maar waarom je ook bent gekomen... je moet nu ook doorbijten en wat namen opschrijven.But whatever decent impulse it was that brought you down here... you need to follow through on that and put some names down on that pad, huh?
Nationals is over een paar weken, dus we moeten even doorbijten.Nationals are just a few weeks away, and it's time to bear down.
Ik wil niet dat hij terug gaat naar de gevangenis, en zijn haar haar af laat bijten door kleine Ed.I don't want him to go back to prison and get his hair bitten off by Little Ed.
We bijten door de zure appel heen en gaan het gewoon doen.Oh. So we're just gonna bite the bullet and just do it.
Als je even doorbijt, smaken ze niet vies.Once you get past the texture, they don't taste bad.
"De Hot Dog waar je graag in bijt.""The dogs kids love to bite. "
"Een van de mannen laat z'n hond los, die hem in z'n been bijt."And one of the guys lets his dog loose enough to bite him in the leg.
"In de kont smoren" klinkt veel logischer, want als je iemand in zijn kont bijt, zullen ze wat ze gedaan hebben zeker nooit meer doen."Nip it in the butt" makes so much more sense, because if you bite someone in the ass, they'll definitely never do what they were doing ever again.
'Een hond met een bot in zijn bek blaft niet en bijt niet.'"A dog with a bone in his mouth doesn't bark and doesn't bite."
'Maak geen onverwachte bewegingen, want hij bijt.'Please don't make any sudden movements, he's a fear biter. "

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

doodbijten
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?