Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

doodtrappen

to do

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of doodtrappen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
trap dood
I do
trapt dood
you do
trapt dood
he/she/it does
trappen dood
we do
trappen dood
you all do
trappen dood
they do
Present perfect tense
heb doodgetrapt
I have done
hebt doodgetrapt
you have done
heeft doodgetrapt
he/she/it has done
hebben doodgetrapt
we have done
hebben doodgetrapt
you all have done
hebben doodgetrapt
they have done
Past tense
trapte dood
I did
trapte dood
you did
trapte dood
he/she/it did
trapten dood
we did
trapten dood
you all did
trapten dood
they did
Future tense
zal doodtrappen
I will do
zult doodtrappen
you will do
zal doodtrappen
he/she/it will do
zullen doodtrappen
we will do
zullen doodtrappen
you all will do
zullen doodtrappen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou doodtrappen
I would do
zou doodtrappen
you would do
zou doodtrappen
he/she/it would do
zouden doodtrappen
we would do
zouden doodtrappen
you all would do
zouden doodtrappen
they would do
Subjunctive mood
trappe dood
I do
trappe dood
you do
trappe dood
he/she/it do
trappe dood
we do
trappe dood
you all do
trappe dood
they do
Past perfect tense
had doodgetrapt
I had done
had doodgetrapt
you had done
had doodgetrapt
he/she/it had done
hadden doodgetrapt
we had done
hadden doodgetrapt
you all had done
hadden doodgetrapt
they had done
Future perf.
zal doodgetrapt hebben
I will have done
zal doodgetrapt hebben
you will have done
zal doodgetrapt hebben
he/she/it will have done
zullen doodgetrapt hebben
we will have done
zullen doodgetrapt hebben
you all will have done
zullen doodgetrapt hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou doodgetrapt hebben
I would have done
zou doodgetrapt hebben
you would have done
zou doodgetrapt hebben
he/she/it would have done
zouden doodgetrapt hebben
we would have done
zouden doodgetrapt hebben
you all would have done
zouden doodgetrapt hebben
they would have done
Present bijzin tense
doodtrap
I do
doodtrapt
you do
doodtrapt
he/she/it does
doodtrappen
we do
doodtrappen
you all do
doodtrappen
they do
Past bijzin tense
doodtrapte
I did
doodtrapte
you did
doodtrapte
he/she/it did
doodtrapten
we did
doodtrapten
you all did
doodtrapten
they did
Future bijzin tense
zal doodtrappen
I will do
zult doodtrappen
you will do
zal doodtrappen
he/she/it will do
zullen doodtrappen
we will do
zullen doodtrappen
you all will do
zullen doodtrappen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou doodtrappen
I would do
zou doodtrappen
you would do
zou doodtrappen
he/she/it would do
zouden doodtrappen
we would do
zouden doodtrappen
you all would do
zouden doodtrappen
they would do
Subjunctive bijzin mood
doodtrappe
I do
doodtrappe
you do
doodtrappe
he/she/it do
doodtrappe
we do
doodtrappe
you all do
doodtrappe
they do
Du
Ihr
Imperative mood
trap dood
do
trapt
do

Examples of doodtrappen

En als je van vlinders houdt, dan ga je geen rupsen doodtrappen.

And if you love butterflies, you don't go around steping on caterpillars.

- Anders trapt er iemand op m'n hoofd.

In case anybody needs to go to the bathroom in the middle of the night, I don't want to get my head stepped on.

- Daar trapt niemand in.

What kind of a jock's gonna want to do something like that?

- Daarna zeg je niets meer... want of hij trapt er in, en geeft ons de naam van de medeplichtige... of hij geeft ons niets.

And after that you don't say a word, 'cause he'll either take the bait and give us the name of his accomplice, or he won't.

- En Ned trapt rotzooi.

And Ned throws down.

- En trapt ze daarin?

- How does he know about it?

Further details about this page

LOCATION

RELATED PAGES