Dichttrekken (to draw close) conjugation

Dutch

Conjugation of dichttrekken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
trek dicht
I draw close
trekt dicht
you draw close
trekt dicht
he/she/it draws close
trekken dicht
we draw close
trekken dicht
you all draw close
trekken dicht
they draw close
Present perfect tense
heb dichtgetrokken
I have drawn close
hebt dichtgetrokken
you have drawn close
heeft dichtgetrokken
he/she/it has drawn close
hebben dichtgetrokken
we have drawn close
hebben dichtgetrokken
you all have drawn close
hebben dichtgetrokken
they have drawn close
Past tense
trok dicht
I drew close
trok dicht
you drew close
trok dicht
he/she/it drew close
trokken dicht
we drew close
trokken dicht
you all drew close
trokken dicht
they drew close
Future tense
zal dichttrekken
I will draw close
zult dichttrekken
you will draw close
zal dichttrekken
he/she/it will draw close
zullen dichttrekken
we will draw close
zullen dichttrekken
you all will draw close
zullen dichttrekken
they will draw close
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou dichttrekken
I would draw close
zou dichttrekken
you would draw close
zou dichttrekken
he/she/it would draw close
zouden dichttrekken
we would draw close
zouden dichttrekken
you all would draw close
zouden dichttrekken
they would draw close
Subjunctive mood
trekke dicht
I draw close
trekke dicht
you draw close
trekke dicht
he/she/it draw close
trekke dicht
we draw close
trekke dicht
you all draw close
trekke dicht
they draw close
Past perfect tense
had dichtgetrokken
I had drawn close
had dichtgetrokken
you had drawn close
had dichtgetrokken
he/she/it had drawn close
hadden dichtgetrokken
we had drawn close
hadden dichtgetrokken
you all had drawn close
hadden dichtgetrokken
they had drawn close
Future perf.
zal dichtgetrokken hebben
I will have drawn close
zal dichtgetrokken hebben
you will have drawn close
zal dichtgetrokken hebben
he/she/it will have drawn close
zullen dichtgetrokken hebben
we will have drawn close
zullen dichtgetrokken hebben
you all will have drawn close
zullen dichtgetrokken hebben
they will have drawn close
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou dichtgetrokken hebben
I would have drawn close
zou dichtgetrokken hebben
you would have drawn close
zou dichtgetrokken hebben
he/she/it would have drawn close
zouden dichtgetrokken hebben
we would have drawn close
zouden dichtgetrokken hebben
you all would have drawn close
zouden dichtgetrokken hebben
they would have drawn close
Present bijzin tense
dichttrek
I draw close
dichttrekt
you draw close
dichttrekt
he/she/it draws close
dichttrekken
we draw close
dichttrekken
you all draw close
dichttrekken
they draw close
Past bijzin tense
dichttrok
I drew close
dichttrok
you drew close
dichttrok
he/she/it drew close
dichttrokken
we drew close
dichttrokken
you all drew close
dichttrokken
they drew close
Future bijzin tense
zal dichttrekken
I will draw close
zult dichttrekken
you will draw close
zal dichttrekken
he/she/it will draw close
zullen dichttrekken
we will draw close
zullen dichttrekken
you all will draw close
zullen dichttrekken
they will draw close
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou dichttrekken
I would draw close
zou dichttrekken
you would draw close
zou dichttrekken
he/she/it would draw close
zouden dichttrekken
we would draw close
zouden dichttrekken
you all would draw close
zouden dichttrekken
they would draw close
Subjunctive bijzin mood
dichttrekke
I draw close
dichttrekke
you draw close
dichttrekke
he/she/it draw close
dichttrekke
we draw close
dichttrekke
you all draw close
dichttrekke
they draw close
Du
Ihr
Imperative mood
trek dicht
draw close
trekt dicht
draw close

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

rechttrekken
straighten

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

deconstrueren
deconstruct
demarqueren
demarcate
detailleren
detail
dichtschuiven
close slide
dichtslibben
silt
dichtsnoeren
close cords
dichttimmeren
board up
dichtvallen
do
diffameren
defame
disponeren
absorb

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'draw close':

None found.
Learning languages?