Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Dichtmaken (to shut) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of dichtmaken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
maak dicht
I shut
maakt dicht
you shut
maakt dicht
he/she/it shuts
maken dicht
we shut
maken dicht
you all shut
maken dicht
they shut
Present perfect tense
heb dichtgemaakt
I have shut
hebt dichtgemaakt
you have shut
heeft dichtgemaakt
he/she/it has shut
hebben dichtgemaakt
we have shut
hebben dichtgemaakt
you all have shut
hebben dichtgemaakt
they have shut
Past tense
maakte dicht
I shut
maakte dicht
you shut
maakte dicht
he/she/it shut
maakten dicht
we shut
maakten dicht
you all shut
maakten dicht
they shut
Future tense
zal dichtmaken
I will shut
zult dichtmaken
you will shut
zal dichtmaken
he/she/it will shut
zullen dichtmaken
we will shut
zullen dichtmaken
you all will shut
zullen dichtmaken
they will shut
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou dichtmaken
I would shut
zou dichtmaken
you would shut
zou dichtmaken
he/she/it would shut
zouden dichtmaken
we would shut
zouden dichtmaken
you all would shut
zouden dichtmaken
they would shut
Subjunctive mood
make dicht
I shut
make dicht
you shut
make dicht
he/she/it shut
make dicht
we shut
make dicht
you all shut
make dicht
they shut
Past perfect tense
had dichtgemaakt
I had shut
had dichtgemaakt
you had shut
had dichtgemaakt
he/she/it had shut
hadden dichtgemaakt
we had shut
hadden dichtgemaakt
you all had shut
hadden dichtgemaakt
they had shut
Future perf.
zal dichtgemaakt hebben
I will have shut
zal dichtgemaakt hebben
you will have shut
zal dichtgemaakt hebben
he/she/it will have shut
zullen dichtgemaakt hebben
we will have shut
zullen dichtgemaakt hebben
you all will have shut
zullen dichtgemaakt hebben
they will have shut
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou dichtgemaakt hebben
I would have shut
zou dichtgemaakt hebben
you would have shut
zou dichtgemaakt hebben
he/she/it would have shut
zouden dichtgemaakt hebben
we would have shut
zouden dichtgemaakt hebben
you all would have shut
zouden dichtgemaakt hebben
they would have shut
Present bijzin tense
dichtmaak
I shut
dichtmaakt
you shut
dichtmaakt
he/she/it shuts
dichtmaken
we shut
dichtmaken
you all shut
dichtmaken
they shut
Past bijzin tense
dichtmaakte
I shut
dichtmaakte
you shut
dichtmaakte
he/she/it shut
dichtmaakten
we shut
dichtmaakten
you all shut
dichtmaakten
they shut
Future bijzin tense
zal dichtmaken
I will shut
zult dichtmaken
you will shut
zal dichtmaken
he/she/it will shut
zullen dichtmaken
we will shut
zullen dichtmaken
you all will shut
zullen dichtmaken
they will shut
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou dichtmaken
I would shut
zou dichtmaken
you would shut
zou dichtmaken
he/she/it would shut
zouden dichtmaken
we would shut
zouden dichtmaken
you all would shut
zouden dichtmaken
they would shut
Subjunctive bijzin mood
dichtmake
I shut
dichtmake
you shut
dichtmake
he/she/it shut
dichtmake
we shut
dichtmake
you all shut
dichtmake
they shut
Du
Ihr
Imperative mood
maak dicht
shut
maakt dicht
shut

Examples of dichtmaken

Example in DutchTranslation in English
Kom het even dichtmaken voor me, dikzak.Come shut it for me, fat-ass.
Laat 'm de tunnel dichtmaken.You gotta blow the tunnel shut. Talk to him.
Maar ze vertrok zo snel dat haar deur niet helemaal dicht ging, dus ik wilde hem dichtmaken.But she left so fast, her door didn't close all the way, so I went to shut it.
- Je deur zat dichtgemaakt met bretels.Your door is held shut with suspenders.
Een jaar geleden, heeft Rivera met een spijkerpistool het appartement van deze familie dichtgemaakt.A year ago, rivera nail-gunned This family's apartment shut.
Het werd een paar jaar geleden dichtgemaakt om het waterdicht te maken.It was sealed shut a couple of years ago to weatherproof it.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

rechtmaken
straighten

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'shut':

None found.