Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Derangeren (to depute) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
derangeer
derangeert
derangeert
derangeren
derangeren
derangeren
Present perfect tense
heb gederangeerd
hebt gederangeerd
heeft gederangeerd
hebben gederangeerd
hebben gederangeerd
hebben gederangeerd
Past tense
derangeerde
derangeerde
derangeerde
derangeerden
derangeerden
derangeerden
Future tense
zal derangeren
zult derangeren
zal derangeren
zullen derangeren
zullen derangeren
zullen derangeren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou derangeren
zou derangeren
zou derangeren
zouden derangeren
zouden derangeren
zouden derangeren
Subjunctive mood
derangere
derangere
derangere
derangere
derangere
derangere
Past perfect tense
had gederangeerd
had gederangeerd
had gederangeerd
hadden gederangeerd
hadden gederangeerd
hadden gederangeerd
Future perf.
zal gederangeerd hebben
zal gederangeerd hebben
zal gederangeerd hebben
zullen gederangeerd hebben
zullen gederangeerd hebben
zullen gederangeerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gederangeerd hebben
zou gederangeerd hebben
zou gederangeerd hebben
zouden gederangeerd hebben
zouden gederangeerd hebben
zouden gederangeerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
derangeer
derangeert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

arrangeren
arrange

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

delgen
amortize
demonteren
demonstrate
denderen
contact bounce
denunciëren
do
deprivatiseren
do
derailleren
depute
dereguleren
depute
desintegreren
disintegrate
determineren
determine
diagnosticeren
diagnose

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'depute':

None found.