Depreciëren (to dab) conjugation

Dutch

Conjugation of eiti

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
deprecieer
I dab
deprecieert
you dab
deprecieert
he/she/it dabs
depreciëren
we dab
depreciëren
you all dab
depreciëren
they dab
Present perfect tense
heb gedeprecieerd
I have dabbed
hebt gedeprecieerd
you have dabbed
heeft gedeprecieerd
he/she/it has dabbed
hebben gedeprecieerd
we have dabbed
hebben gedeprecieerd
you all have dabbed
hebben gedeprecieerd
they have dabbed
Past tense
deprecieerde
I dabbed
deprecieerde
you dabbed
deprecieerde
he/she/it dabbed
deprecieerden
we dabbed
deprecieerden
you all dabbed
deprecieerden
they dabbed
Future tense
zal depreciëren
I will dab
zult depreciëren
you will dab
zal depreciëren
he/she/it will dab
zullen depreciëren
we will dab
zullen depreciëren
you all will dab
zullen depreciëren
they will dab
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou depreciëren
I would dab
zou depreciëren
you would dab
zou depreciëren
he/she/it would dab
zouden depreciëren
we would dab
zouden depreciëren
you all would dab
zouden depreciëren
they would dab
Subjunctive mood
depreciëre
I dab
depreciëre
you dab
depreciëre
he/she/it dab
depreciëre
we dab
depreciëre
you all dab
depreciëre
they dab
Past perfect tense
had gedeprecieerd
I had dabbed
had gedeprecieerd
you had dabbed
had gedeprecieerd
he/she/it had dabbed
hadden gedeprecieerd
we had dabbed
hadden gedeprecieerd
you all had dabbed
hadden gedeprecieerd
they had dabbed
Future perf.
zal gedeprecieerd hebben
I will have dabbed
zal gedeprecieerd hebben
you will have dabbed
zal gedeprecieerd hebben
he/she/it will have dabbed
zullen gedeprecieerd hebben
we will have dabbed
zullen gedeprecieerd hebben
you all will have dabbed
zullen gedeprecieerd hebben
they will have dabbed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gedeprecieerd hebben
I would have dabbed
zou gedeprecieerd hebben
you would have dabbed
zou gedeprecieerd hebben
he/she/it would have dabbed
zouden gedeprecieerd hebben
we would have dabbed
zouden gedeprecieerd hebben
you all would have dabbed
zouden gedeprecieerd hebben
they would have dabbed
Du
Ihr
Imperative mood
deprecieer
dab
deprecieert
dab

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

appreciëren
appreciate

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'dab':

None found.
Learning languages?