Appreciëren (to appreciate) conjugation

Dutch

Conjugation of eiti

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
apprecieer
I appreciate
apprecieert
you appreciate
apprecieert
he/she/it appreciates
appreciëren
we appreciate
appreciëren
you all appreciate
appreciëren
they appreciate
Present perfect tense
heb geapprecieerd
I have appreciated
hebt geapprecieerd
you have appreciated
heeft geapprecieerd
he/she/it has appreciated
hebben geapprecieerd
we have appreciated
hebben geapprecieerd
you all have appreciated
hebben geapprecieerd
they have appreciated
Past tense
apprecieerde
I appreciated
apprecieerde
you appreciated
apprecieerde
he/she/it appreciated
apprecieerden
we appreciated
apprecieerden
you all appreciated
apprecieerden
they appreciated
Future tense
zal appreciëren
I will appreciate
zult appreciëren
you will appreciate
zal appreciëren
he/she/it will appreciate
zullen appreciëren
we will appreciate
zullen appreciëren
you all will appreciate
zullen appreciëren
they will appreciate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou appreciëren
I would appreciate
zou appreciëren
you would appreciate
zou appreciëren
he/she/it would appreciate
zouden appreciëren
we would appreciate
zouden appreciëren
you all would appreciate
zouden appreciëren
they would appreciate
Subjunctive mood
appreciëre
I appreciate
appreciëre
you appreciate
appreciëre
he/she/it appreciate
appreciëre
we appreciate
appreciëre
you all appreciate
appreciëre
they appreciate
Past perfect tense
had geapprecieerd
I had appreciated
had geapprecieerd
you had appreciated
had geapprecieerd
he/she/it had appreciated
hadden geapprecieerd
we had appreciated
hadden geapprecieerd
you all had appreciated
hadden geapprecieerd
they had appreciated
Future perf.
zal geapprecieerd hebben
I will have appreciated
zal geapprecieerd hebben
you will have appreciated
zal geapprecieerd hebben
he/she/it will have appreciated
zullen geapprecieerd hebben
we will have appreciated
zullen geapprecieerd hebben
you all will have appreciated
zullen geapprecieerd hebben
they will have appreciated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geapprecieerd hebben
I would have appreciated
zou geapprecieerd hebben
you would have appreciated
zou geapprecieerd hebben
he/she/it would have appreciated
zouden geapprecieerd hebben
we would have appreciated
zouden geapprecieerd hebben
you all would have appreciated
zouden geapprecieerd hebben
they would have appreciated
Du
Ihr
Imperative mood
apprecieer
appreciate
apprecieert
appreciate

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

depreciëren
dab

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

afstruinen
scour
afwachten
wait for
alarmeren
alarm
aluminiseren
do
antecederen
do
antidateren
antedate
apporteren
applique
appreteren
finish
atrofiëren
atrophy
authentiseren
authenticate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'appreciate':

None found.
Learning languages?