Culmineren (to culminate) conjugation

Dutch
8 examples

Conjugation of culmineren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
culmineer
I culminate
culmineert
you culminate
culmineert
he/she/it culminates
culmineren
we culminate
culmineren
you all culminate
culmineren
they culminate
Present perfect tense
heb geculmineerd
I have culminated
hebt geculmineerd
you have culminated
heeft geculmineerd
he/she/it has culminated
hebben geculmineerd
we have culminated
hebben geculmineerd
you all have culminated
hebben geculmineerd
they have culminated
Past tense
culmineerde
I culminated
culmineerde
you culminated
culmineerde
he/she/it culminated
culmineerden
we culminated
culmineerden
you all culminated
culmineerden
they culminated
Future tense
zal culmineren
I will culminate
zult culmineren
you will culminate
zal culmineren
he/she/it will culminate
zullen culmineren
we will culminate
zullen culmineren
you all will culminate
zullen culmineren
they will culminate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou culmineren
I would culminate
zou culmineren
you would culminate
zou culmineren
he/she/it would culminate
zouden culmineren
we would culminate
zouden culmineren
you all would culminate
zouden culmineren
they would culminate
Subjunctive mood
culminere
I culminate
culminere
you culminate
culminere
he/she/it culminate
culminere
we culminate
culminere
you all culminate
culminere
they culminate
Past perfect tense
had geculmineerd
I had culminated
had geculmineerd
you had culminated
had geculmineerd
he/she/it had culminated
hadden geculmineerd
we had culminated
hadden geculmineerd
you all had culminated
hadden geculmineerd
they had culminated
Future perf.
zal geculmineerd hebben
I will have culminated
zal geculmineerd hebben
you will have culminated
zal geculmineerd hebben
he/she/it will have culminated
zullen geculmineerd hebben
we will have culminated
zullen geculmineerd hebben
you all will have culminated
zullen geculmineerd hebben
they will have culminated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geculmineerd hebben
I would have culminated
zou geculmineerd hebben
you would have culminated
zou geculmineerd hebben
he/she/it would have culminated
zouden geculmineerd hebben
we would have culminated
zouden geculmineerd hebben
you all would have culminated
zouden geculmineerd hebben
they would have culminated
Du
Ihr
Imperative mood
culmineer
culminate
culmineert
culminate

Examples of culmineren

Example in DutchTranslation in English
De spelen gaan verder... en culmineren in de uitleg van het cryptogame essay.The games continue, and, of course culminate in the explanation of the cryptogrammic paper.
- Een jaar, sinds ze met schaken stopte... en lessen begon te missen, en hoewel haar adviseur juridisch niets kon zeggen... begreep ik dat haar grillige gedrag culmineerde in een poging tot zelfmoord.A year since she stopped playing chess and started skipping class, and though her advisor couldn't legally say, I gathered that her erratic behavior culminated in a suicide attempt.
De nieuwe faam van Linda als kruisvaarder tegen pornografie culmineerde met haar bekentenis voor de Meese Commissie in 1986.Linda's new fame as a crusader against pornography culminated with her testimony before the Meese Commission in 1986.
Dit, samen met een uitgebreid educatief programma in de gebieden, zorgde voor een radicale verandering van het profiel van de Steins, dat culmineerde in Nessa Stein's toetreding tot de House of Lords, als onafhankelijk lid, niet aangesloten bij enige partij,This, along with an extensive educational programme within the territories, ensured a radical change of profile for the Steins, which culminated in Nessa Stein joining the House of Lords as an independent member, not affiliated with a party,
Wij zijn hier om de gang van zaken te beoordelen die... culmineerden in het binnenlandse terrorisme... in Weehawken, New Jersey, en resulteerden in een aantal slachtoffers... waaronder de dood van overheidsinformante Danielle Sara Rosen.We're here to review the course of events that culminated in the act of domestic terrorism in Weehawken, New Jersey, and resulted in a number of casualties, including the death of government informant Danielle Sara Rosen.
Frankrijk eindigde de laatste oorlog met een overwinning in de loopgraven... dus de natuurlijke neiging... was het bouwen van grotere en betere loopgraven... culminerend in een superkolossale loopgraaf... de loopgraaf deluxe, de Maginot Linie.France ended the last war victoriously in the trenches... so the natural tendency... was to build bigger and better trenches... culminating in that super-colossaI trench... the trench deluxe, the Maginot Line.
Negen maanden opleiding, culminerend in een slopend document.Nine months of training, culminating in one debilitating document.
Voordat Melinda verbrand werd... zwoer ze dat elke generatie Warren-heksen... sterker en sterker zou worden... culminerend in de komst van drie zussen.Before Melinda was burned at the stake, she vowed that each generation of Warren witches would become stronger and stronger, culminating in the arrival of three sisters.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

fulmineren
junket

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'culminate':

None found.
Learning languages?