Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Contesteren (to contemplate) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
contesteer
contesteert
contesteert
contesteren
contesteren
contesteren
Present perfect tense
heb gecontesteerd
hebt gecontesteerd
heeft gecontesteerd
hebben gecontesteerd
hebben gecontesteerd
hebben gecontesteerd
Past tense
contesteerde
contesteerde
contesteerde
contesteerden
contesteerden
contesteerden
Future tense
zal contesteren
zult contesteren
zal contesteren
zullen contesteren
zullen contesteren
zullen contesteren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou contesteren
zou contesteren
zou contesteren
zouden contesteren
zouden contesteren
zouden contesteren
Subjunctive mood
contestere
contestere
contestere
contestere
contestere
contestere
Past perfect tense
had gecontesteerd
had gecontesteerd
had gecontesteerd
hadden gecontesteerd
hadden gecontesteerd
hadden gecontesteerd
Future perf.
zal gecontesteerd hebben
zal gecontesteerd hebben
zal gecontesteerd hebben
zullen gecontesteerd hebben
zullen gecontesteerd hebben
zullen gecontesteerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gecontesteerd hebben
zou gecontesteerd hebben
zou gecontesteerd hebben
zouden gecontesteerd hebben
zouden gecontesteerd hebben
zouden gecontesteerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
contesteer
contesteert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

contacteren
contact

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

buitenlaten
leave outside
compartimenteren
partition
construeren
construct
consuminderen
do
contacteren
contact
contempleren
contemplate
contingenteren
do
creperen
do
cruisen
do
cryomeren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'contemplate':

None found.