Contesteren (to contemplate) conjugation

Dutch

Conjugation of contesteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
contesteer
I contemplate
contesteert
you contemplate
contesteert
he/she/it contemplates
contesteren
we contemplate
contesteren
you all contemplate
contesteren
they contemplate
Present perfect tense
heb gecontesteerd
I have contemplated
hebt gecontesteerd
you have contemplated
heeft gecontesteerd
he/she/it has contemplated
hebben gecontesteerd
we have contemplated
hebben gecontesteerd
you all have contemplated
hebben gecontesteerd
they have contemplated
Past tense
contesteerde
I contemplated
contesteerde
you contemplated
contesteerde
he/she/it contemplated
contesteerden
we contemplated
contesteerden
you all contemplated
contesteerden
they contemplated
Future tense
zal contesteren
I will contemplate
zult contesteren
you will contemplate
zal contesteren
he/she/it will contemplate
zullen contesteren
we will contemplate
zullen contesteren
you all will contemplate
zullen contesteren
they will contemplate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou contesteren
I would contemplate
zou contesteren
you would contemplate
zou contesteren
he/she/it would contemplate
zouden contesteren
we would contemplate
zouden contesteren
you all would contemplate
zouden contesteren
they would contemplate
Subjunctive mood
contestere
I contemplate
contestere
you contemplate
contestere
he/she/it contemplate
contestere
we contemplate
contestere
you all contemplate
contestere
they contemplate
Past perfect tense
had gecontesteerd
I had contemplated
had gecontesteerd
you had contemplated
had gecontesteerd
he/she/it had contemplated
hadden gecontesteerd
we had contemplated
hadden gecontesteerd
you all had contemplated
hadden gecontesteerd
they had contemplated
Future perf.
zal gecontesteerd hebben
I will have contemplated
zal gecontesteerd hebben
you will have contemplated
zal gecontesteerd hebben
he/she/it will have contemplated
zullen gecontesteerd hebben
we will have contemplated
zullen gecontesteerd hebben
you all will have contemplated
zullen gecontesteerd hebben
they will have contemplated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gecontesteerd hebben
I would have contemplated
zou gecontesteerd hebben
you would have contemplated
zou gecontesteerd hebben
he/she/it would have contemplated
zouden gecontesteerd hebben
we would have contemplated
zouden gecontesteerd hebben
you all would have contemplated
zouden gecontesteerd hebben
they would have contemplated
Du
Ihr
Imperative mood
contesteer
contemplate
contesteert
contemplate

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

contacteren
contact

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

buitenlaten
leave outside
compartimenteren
partition
construeren
construct
consuminderen
do
contacteren
contact
contempleren
contemplate
contingenteren
do
creperen
do
cruisen
do
cryomeren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'contemplate':

None found.
Learning languages?