Concurreren (to do) conjugation

Dutch
16 examples

Conjugation of concurreren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
concurreer
I do
concurreert
you do
concurreert
he/she/it does
concurreren
we do
concurreren
you all do
concurreren
they do
Present perfect tense
heb geconcurreerd
I have done
hebt geconcurreerd
you have done
heeft geconcurreerd
he/she/it has done
hebben geconcurreerd
we have done
hebben geconcurreerd
you all have done
hebben geconcurreerd
they have done
Past tense
concurreerde
I did
concurreerde
you did
concurreerde
he/she/it did
concurreerden
we did
concurreerden
you all did
concurreerden
they did
Future tense
zal concurreren
I will do
zult concurreren
you will do
zal concurreren
he/she/it will do
zullen concurreren
we will do
zullen concurreren
you all will do
zullen concurreren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou concurreren
I would do
zou concurreren
you would do
zou concurreren
he/she/it would do
zouden concurreren
we would do
zouden concurreren
you all would do
zouden concurreren
they would do
Subjunctive mood
concurrere
I do
concurrere
you do
concurrere
he/she/it do
concurrere
we do
concurrere
you all do
concurrere
they do
Past perfect tense
had geconcurreerd
I had done
had geconcurreerd
you had done
had geconcurreerd
he/she/it had done
hadden geconcurreerd
we had done
hadden geconcurreerd
you all had done
hadden geconcurreerd
they had done
Future perf.
zal geconcurreerd hebben
I will have done
zal geconcurreerd hebben
you will have done
zal geconcurreerd hebben
he/she/it will have done
zullen geconcurreerd hebben
we will have done
zullen geconcurreerd hebben
you all will have done
zullen geconcurreerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geconcurreerd hebben
I would have done
zou geconcurreerd hebben
you would have done
zou geconcurreerd hebben
he/she/it would have done
zouden geconcurreerd hebben
we would have done
zouden geconcurreerd hebben
you all would have done
zouden geconcurreerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
concurreer
do
concurreert
do

Examples of concurreren

Example in DutchTranslation in English
'Iets wat kan concurreren met de Chevy Speculum.'For my surprise party No doubt.
- We concurreren niet, dat weet je toch?Bro, we don't compete, remember?
Alleen hebben leveranciers niet de neiging op prijs te concurreren... maar ze lozen elkaar gewoon.Only suppliers don't tend to undercut each other on prices,... ..theyjust try and get rid ofthe competition. (police radio)
Als ik niet krijg om te concurreren tegen verschillende meesters, hoe kan ik learn de verfijnde skills van hun Quanshu?If I don't get to compete against different masters, how can I learn the refined skills of their Quanshu?
BZ en Defensie concurreren niet.State and Defense don't compete.
- Abby, hoe concurreer jij... met hun geplaagde relatie?- And how do you feel about competing with the star-crossed nature of their relationship?
Dat gaat niet als ik met hen concurreer om kranteninkt.I can't do that if I'm competing with them for newspaper ink. This is your plan.
Hoe concurreer je daar nou mee?How do you even compete with that?
Je weet niet waar ik mee concurreer.Ay, Jay... You don't know what I'm competing with over there.
Nee, ik concurreer niet.I don't. I'm not competing.
- U concurreert niet met elkaar.Also, it's the right thing to do. - Ginger? -Yeah.
Afhankelijk van tot in hoeverre jij graag concurreert met een tiental andere bemanningen om dat goud op te halen.To whatever extent you're comfortable competing with a dozen other crews to retrieve that gold.
De kinderen waarmee jij concurreert, zij doen solo's met het St. Louis Symfonie.You know, the kids you're competing against... They've been doing solos with the St. Louis symphony.
Een goede handelaar concurreert niet met haar waren, meneer.A good merchant doesn't compete with her merchandise, sir.
Gaaf, maar de maatschappij wil niet dat de band... tegen zichzelf concurreert, snap je?That sounds cool, but the label doesn't like the band to compete against themselves, you know? Record sales.
Waarom dacht je dat je met haar concurreerde?Why did you think you were competing with her?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

beconcurreren
compete

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?