Concerteren (to do) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of concerteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
concerteer
I do
concerteert
you do
concerteert
he/she/it does
concerteren
we do
concerteren
you all do
concerteren
they do
Present perfect tense
heb geconcerteerd
I have done
hebt geconcerteerd
you have done
heeft geconcerteerd
he/she/it has done
hebben geconcerteerd
we have done
hebben geconcerteerd
you all have done
hebben geconcerteerd
they have done
Past tense
concerteerde
I did
concerteerde
you did
concerteerde
he/she/it did
concerteerden
we did
concerteerden
you all did
concerteerden
they did
Future tense
zal concerteren
I will do
zult concerteren
you will do
zal concerteren
he/she/it will do
zullen concerteren
we will do
zullen concerteren
you all will do
zullen concerteren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou concerteren
I would do
zou concerteren
you would do
zou concerteren
he/she/it would do
zouden concerteren
we would do
zouden concerteren
you all would do
zouden concerteren
they would do
Subjunctive mood
concertere
I do
concertere
you do
concertere
he/she/it do
concertere
we do
concertere
you all do
concertere
they do
Past perfect tense
had geconcerteerd
I had done
had geconcerteerd
you had done
had geconcerteerd
he/she/it had done
hadden geconcerteerd
we had done
hadden geconcerteerd
you all had done
hadden geconcerteerd
they had done
Future perf.
zal geconcerteerd hebben
I will have done
zal geconcerteerd hebben
you will have done
zal geconcerteerd hebben
he/she/it will have done
zullen geconcerteerd hebben
we will have done
zullen geconcerteerd hebben
you all will have done
zullen geconcerteerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geconcerteerd hebben
I would have done
zou geconcerteerd hebben
you would have done
zou geconcerteerd hebben
he/she/it would have done
zouden geconcerteerd hebben
we would have done
zouden geconcerteerd hebben
you all would have done
zouden geconcerteerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
concerteer
do
concerteert
do

Examples of concerteren

Example in DutchTranslation in English
We zijn allemaal verdoemd, het is een menselijke staat, concerteer je op een volgend leven.We're all doomed, Bug. It's the human condition. The next life's the thing to focus on.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

converteren
convert

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

censureren
censor
cohabiteren
cohabit
collaberen
collapse
composteren
do
comprimeren
compress
concentreren
concentrate
conciliƫren
reconcile
consenteren
consent honor
constitueren
constitute
contrasteren
contrast

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?