Dutch
Afrikaans
Albanian
Arabic
Azeri
Basque
Catalan
Danish
Dutch
English
Esperanto
Estonian
Faroese
Finnish verbs
Finnish adjectives
Finnish nouns
French
German
Hawaiian
Hebrew
Hungarian
Icelandic
Indonesian
Italian
Japanese
Latvian
Lithuanian
Macedonian
Malay
Maltese
Maori
Modern Greek
Norwegian
Persian
Polish
Portuguese
Quechua
Romanian
Russian verbs
Russian adjectives
Russian nouns
Spanish
Swedish
Thai
Turkish
Vietnamese
Speak any language with confidence
Take our quick quiz to start your journey to fluency today!
Get started
Search
Bostonneren (to do) conjugation
Dutch
Conjugation of bostonneren
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bostonneer
I do
bostonneert
you do
bostonneert
he/she/it does
bostonneren
we do
bostonneren
you all do
bostonneren
they do
Present perfect tense
heb gebostonneerd
I have done
hebt gebostonneerd
you have done
heeft gebostonneerd
he/she/it has done
hebben gebostonneerd
we have done
hebben gebostonneerd
you all have done
hebben gebostonneerd
they have done
Past tense
bostonneerde
I did
bostonneerde
you did
bostonneerde
he/she/it did
bostonneerden
we did
bostonneerden
you all did
bostonneerden
they did
Future tense
zal bostonneren
I will do
zult bostonneren
you will do
zal bostonneren
he/she/it will do
zullen bostonneren
we will do
zullen bostonneren
you all will do
zullen bostonneren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bostonneren
I would do
zou bostonneren
you would do
zou bostonneren
he/she/it would do
zouden bostonneren
we would do
zouden bostonneren
you all would do
zouden bostonneren
they would do
Subjunctive mood
bostonnere
I do
bostonnere
you do
bostonnere
he/she/it do
bostonnere
we do
bostonnere
you all do
bostonnere
they do
Past perfect tense
had gebostonneerd
I had done
had gebostonneerd
you had done
had gebostonneerd
he/she/it had done
hadden gebostonneerd
we had done
hadden gebostonneerd
you all had done
hadden gebostonneerd
they had done
Future perf.
zal gebostonneerd hebben
I will have done
zal gebostonneerd hebben
you will have done
zal gebostonneerd hebben
he/she/it will have done
zullen gebostonneerd hebben
we will have done
zullen gebostonneerd hebben
you all will have done
zullen gebostonneerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gebostonneerd hebben
I would have done
zou gebostonneerd hebben
you would have done
zou gebostonneerd hebben
he/she/it would have done
zouden gebostonneerd hebben
we would have done
zouden gebostonneerd hebben
you all would have done
zouden gebostonneerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
bostonneer
do
bostonneert
do
More Dutch verbs
Related
Not found
We have none.
Similar
festonneren
festoon
Similar but longer
Not found
We have none.
Random
blaten
bleat
boekstaven
chronicle
boeleren
do
boeten
do penance
boksen
box
bostonnen
do
botaniseren
do
brailleren
do
breeuwen
caulk
briesen
roar
Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':
None found.