Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Boerten (to do) conjugation

Dutch
5 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
boert
boert
boert
boerten
boerten
boerten
Present perfect tense
heb geboert
hebt geboert
heeft geboert
hebben geboert
hebben geboert
hebben geboert
Past tense
boertte
boertte
boertte
boertten
boertten
boertten
Future tense
zal boerten
zult boerten
zal boerten
zullen boerten
zullen boerten
zullen boerten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou boerten
zou boerten
zou boerten
zouden boerten
zouden boerten
zouden boerten
Subjunctive mood
boerte
boerte
boerte
boerte
boerte
boerte
Past perfect tense
had geboert
had geboert
had geboert
hadden geboert
hadden geboert
hadden geboert
Future perf.
zal geboert hebben
zal geboert hebben
zal geboert hebben
zullen geboert hebben
zullen geboert hebben
zullen geboert hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geboert hebben
zou geboert hebben
zou geboert hebben
zouden geboert hebben
zouden geboert hebben
zouden geboert hebben
Du
Ihr
Imperative mood
boert
boert

Examples of boerten

Example in DutchTranslation in English
"Boerenjongen die boert goed, gaat terug naar huis met zijn Survivor koningin.""Country boy done good returns home with his Survivor queen."
- Jij boert er niet slecht bij.- You seem to be doing okay.
- Mijnheer Jandermann boert goed.Yeah, Mr. Jandermann does all right.
Curly boert erg goed.Curly's doin' right well.
Daniel Robinson boert precies niet slecht.Looks like Daniel Robinson does very well for himself.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

buurten
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

bijten
bite
blancheren
blanch
blinken
shine
bloeden
bleed
blootwoelen
do
bobsleeën
bobsleigh
bodybuilden
bodybuild
boeleren
do
boeren
burp
boeten
do penance

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.