Bobijnen (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of bobijnen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bobijn
I do
bobijnt
you do
bobijnt
he/she/it does
bobijnen
we do
bobijnen
you all do
bobijnen
they do
Present perfect tense
heb gebobijnd
I have done
hebt gebobijnd
you have done
heeft gebobijnd
he/she/it has done
hebben gebobijnd
we have done
hebben gebobijnd
you all have done
hebben gebobijnd
they have done
Past tense
bobijnde
I did
bobijnde
you did
bobijnde
he/she/it did
bobijnden
we did
bobijnden
you all did
bobijnden
they did
Future tense
zal bobijnen
I will do
zult bobijnen
you will do
zal bobijnen
he/she/it will do
zullen bobijnen
we will do
zullen bobijnen
you all will do
zullen bobijnen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bobijnen
I would do
zou bobijnen
you would do
zou bobijnen
he/she/it would do
zouden bobijnen
we would do
zouden bobijnen
you all would do
zouden bobijnen
they would do
Subjunctive mood
bobijne
I do
bobijne
you do
bobijne
he/she/it do
bobijne
we do
bobijne
you all do
bobijne
they do
Past perfect tense
had gebobijnd
I had done
had gebobijnd
you had done
had gebobijnd
he/she/it had done
hadden gebobijnd
we had done
hadden gebobijnd
you all had done
hadden gebobijnd
they had done
Future perf.
zal gebobijnd hebben
I will have done
zal gebobijnd hebben
you will have done
zal gebobijnd hebben
he/she/it will have done
zullen gebobijnd hebben
we will have done
zullen gebobijnd hebben
you all will have done
zullen gebobijnd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gebobijnd hebben
I would have done
zou gebobijnd hebben
you would have done
zou gebobijnd hebben
he/she/it would have done
zouden gebobijnd hebben
we would have done
zouden gebobijnd hebben
you all would have done
zouden gebobijnd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
bobijn
do
bobijnt
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

belijnen
line marking

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

binnenlokken
do
blinddoeken
blindfold
blinden
blind
blinken
shine
bloggen
do
bobberen
do
bobsleeën
bobsleigh
borneren
you born
borrelen
boil
bostonneren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?