Binnenrukken (to invade) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of binnenrukken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ruk binnen
I invade
rukt binnen
you invade
rukt binnen
he/she/it invades
rukken binnen
we invade
rukken binnen
you all invade
rukken binnen
they invade
Present perfect tense
ben binnengerukt
I have invaded
bent binnengerukt
you have invaded
is binnengerukt
he/she/it has invaded
zijn binnengerukt
we have invaded
zijn binnengerukt
you all have invaded
zijn binnengerukt
they have invaded
Past tense
rukte binnen
I invaded
rukte binnen
you invaded
rukte binnen
he/she/it invaded
rukten binnen
we invaded
rukten binnen
you all invaded
rukten binnen
they invaded
Future tense
zal binnenrukken
I will invade
zult binnenrukken
you will invade
zal binnenrukken
he/she/it will invade
zullen binnenrukken
we will invade
zullen binnenrukken
you all will invade
zullen binnenrukken
they will invade
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou binnenrukken
I would invade
zou binnenrukken
you would invade
zou binnenrukken
he/she/it would invade
zouden binnenrukken
we would invade
zouden binnenrukken
you all would invade
zouden binnenrukken
they would invade
Subjunctive mood
rukke binnen
I invade
rukke binnen
you invade
rukke binnen
he/she/it invade
rukke binnen
we invade
rukke binnen
you all invade
rukke binnen
they invade
Past perfect tense
was binnengerukt
I had invaded
was binnengerukt
you had invaded
was binnengerukt
he/she/it had invaded
waren binnengerukt
we had invaded
waren binnengerukt
you all had invaded
waren binnengerukt
they had invaded
Future perf.
zal binnengerukt zijn
I will have invaded
zal binnengerukt zijn
you will have invaded
zal binnengerukt zijn
he/she/it will have invaded
zullen binnengerukt zijn
we will have invaded
zullen binnengerukt zijn
you all will have invaded
zullen binnengerukt zijn
they will have invaded
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou binnengerukt zijn
I would have invaded
zou binnengerukt zijn
you would have invaded
zou binnengerukt zijn
he/she/it would have invaded
zouden binnengerukt zijn
we would have invaded
zouden binnengerukt zijn
you all would have invaded
zouden binnengerukt zijn
they would have invaded
Present bijzin tense
binnenruk
I invade
binnenrukt
you invade
binnenrukt
he/she/it invades
binnenrukken
we invade
binnenrukken
you all invade
binnenrukken
they invade
Past bijzin tense
binnenrukte
I invaded
binnenrukte
you invaded
binnenrukte
he/she/it invaded
binnenrukten
we invaded
binnenrukten
you all invaded
binnenrukten
they invaded
Future bijzin tense
zal binnenrukken
I will invade
zult binnenrukken
you will invade
zal binnenrukken
he/she/it will invade
zullen binnenrukken
we will invade
zullen binnenrukken
you all will invade
zullen binnenrukken
they will invade
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou binnenrukken
I would invade
zou binnenrukken
you would invade
zou binnenrukken
he/she/it would invade
zouden binnenrukken
we would invade
zouden binnenrukken
you all would invade
zouden binnenrukken
they would invade
Subjunctive bijzin mood
binnenrukke
I invade
binnenrukke
you invade
binnenrukke
he/she/it invade
binnenrukke
we invade
binnenrukke
you all invade
binnenrukke
they invade
Du
Ihr
Imperative mood
ruk binnen
invade
rukt binnen
invade

Examples of binnenrukken

Example in DutchTranslation in English
Sinds de Duitsers binnengerukt zijn, ben ik geen kind meer.I stopped being a kid the day the Germans invaded.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

binnenlokken
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'invade':

None found.
Learning languages?