Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Bijschenken (to do) conjugation

Dutch
4 examples

Conjugation of bijschenken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schenk bij
I do
schenkt bij
you do
schenkt bij
he/she/it does
schenken bij
we do
schenken bij
you all do
schenken bij
they do
Present perfect tense
heb bijgeschonken
I have done
hebt bijgeschonken
you have done
heeft bijgeschonken
he/she/it has done
hebben bijgeschonken
we have done
hebben bijgeschonken
you all have done
hebben bijgeschonken
they have done
Past tense
schonk bij
I did
schonk bij
you did
schonk bij
he/she/it did
schonken bij
we did
schonken bij
you all did
schonken bij
they did
Future tense
zal bijschenken
I will do
zult bijschenken
you will do
zal bijschenken
he/she/it will do
zullen bijschenken
we will do
zullen bijschenken
you all will do
zullen bijschenken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bijschenken
I would do
zou bijschenken
you would do
zou bijschenken
he/she/it would do
zouden bijschenken
we would do
zouden bijschenken
you all would do
zouden bijschenken
they would do
Subjunctive mood
schenke bij
I do
schenke bij
you do
schenke bij
he/she/it do
schenke bij
we do
schenke bij
you all do
schenke bij
they do
Past perfect tense
had bijgeschonken
I had done
had bijgeschonken
you had done
had bijgeschonken
he/she/it had done
hadden bijgeschonken
we had done
hadden bijgeschonken
you all had done
hadden bijgeschonken
they had done
Future perf.
zal bijgeschonken hebben
I will have done
zal bijgeschonken hebben
you will have done
zal bijgeschonken hebben
he/she/it will have done
zullen bijgeschonken hebben
we will have done
zullen bijgeschonken hebben
you all will have done
zullen bijgeschonken hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bijgeschonken hebben
I would have done
zou bijgeschonken hebben
you would have done
zou bijgeschonken hebben
he/she/it would have done
zouden bijgeschonken hebben
we would have done
zouden bijgeschonken hebben
you all would have done
zouden bijgeschonken hebben
they would have done
Present bijzin tense
bijschenk
I do
bijschenkt
you do
bijschenkt
he/she/it does
bijschenken
we do
bijschenken
you all do
bijschenken
they do
Past bijzin tense
bijschonk
I did
bijschonk
you did
bijschonk
he/she/it did
bijschonken
we did
bijschonken
you all did
bijschonken
they did
Future bijzin tense
zal bijschenken
I will do
zult bijschenken
you will do
zal bijschenken
he/she/it will do
zullen bijschenken
we will do
zullen bijschenken
you all will do
zullen bijschenken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou bijschenken
I would do
zou bijschenken
you would do
zou bijschenken
he/she/it would do
zouden bijschenken
we would do
zouden bijschenken
you all would do
zouden bijschenken
they would do
Subjunctive bijzin mood
bijschenke
I do
bijschenke
you do
bijschenke
he/she/it do
bijschenke
we do
bijschenke
you all do
bijschenke
they do
Du
Ihr
Imperative mood
schenk bij
do
schenkt bij
do

Examples of bijschenken

Example in DutchTranslation in English
Blijf maar bijschenken, ze komt los.Keep pouring the chardonnay. She's cracking like an egg.
Moet ik koffie bijschenken.. of willen jullie veelvraten zich smijten op een theezakje?More free refills on coffee or does one of you big spenders wanna splurge on a tea bag?
Zullen we er nog iets bijschenken?Well, why don't we top that off for you, shall we?
Ik denk niet dat ze rum schenken bij Granny's.I don't think they serve rum at Granny's.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bijschikken
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.