Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Bijliggen (to hove) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of bijliggen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
lig bij
I hove
ligt bij
you hove
ligt bij
he/she/it hoves
liggen bij
we hove
liggen bij
you all hove
liggen bij
they hove
Present perfect tense
heb bijgelegen
I have hoved
hebt bijgelegen
you have hoved
heeft bijgelegen
he/she/it has hoved
hebben bijgelegen
we have hoved
hebben bijgelegen
you all have hoved
hebben bijgelegen
they have hoved
Past tense
lag bij
I hoved
lag bij
you hoved
lag bij
he/she/it hoved
lagen bij
we hoved
lagen bij
you all hoved
lagen bij
they hoved
Future tense
zal bijliggen
I will hove
zult bijliggen
you will hove
zal bijliggen
he/she/it will hove
zullen bijliggen
we will hove
zullen bijliggen
you all will hove
zullen bijliggen
they will hove
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bijliggen
I would hove
zou bijliggen
you would hove
zou bijliggen
he/she/it would hove
zouden bijliggen
we would hove
zouden bijliggen
you all would hove
zouden bijliggen
they would hove
Subjunctive mood
ligge bij
I hove
ligge bij
you hove
ligge bij
he/she/it hove
ligge bij
we hove
ligge bij
you all hove
ligge bij
they hove
Past perfect tense
had bijgelegen
I had hoved
had bijgelegen
you had hoved
had bijgelegen
he/she/it had hoved
hadden bijgelegen
we had hoved
hadden bijgelegen
you all had hoved
hadden bijgelegen
they had hoved
Future perf.
zal bijgelegen hebben
I will have hoved
zal bijgelegen hebben
you will have hoved
zal bijgelegen hebben
he/she/it will have hoved
zullen bijgelegen hebben
we will have hoved
zullen bijgelegen hebben
you all will have hoved
zullen bijgelegen hebben
they will have hoved
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bijgelegen hebben
I would have hoved
zou bijgelegen hebben
you would have hoved
zou bijgelegen hebben
he/she/it would have hoved
zouden bijgelegen hebben
we would have hoved
zouden bijgelegen hebben
you all would have hoved
zouden bijgelegen hebben
they would have hoved
Present bijzin tense
bijlig
I hove
bijligt
you hove
bijligt
he/she/it hoves
bijliggen
we hove
bijliggen
you all hove
bijliggen
they hove
Past bijzin tense
bijlag
I hoved
bijlag
you hoved
bijlag
he/she/it hoved
bijlagen
we hoved
bijlagen
you all hoved
bijlagen
they hoved
Future bijzin tense
zal bijliggen
I will hove
zult bijliggen
you will hove
zal bijliggen
he/she/it will hove
zullen bijliggen
we will hove
zullen bijliggen
you all will hove
zullen bijliggen
they will hove
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou bijliggen
I would hove
zou bijliggen
you would hove
zou bijliggen
he/she/it would hove
zouden bijliggen
we would hove
zouden bijliggen
you all would hove
zouden bijliggen
they would hove
Subjunctive bijzin mood
bijligge
I hove
bijligge
you hove
bijligge
he/she/it hove
bijligge
we hove
bijligge
you all hove
bijligge
they hove
Du
Ihr
Imperative mood
lig bij
hove
ligt bij
hove

Examples of bijliggen

Example in DutchTranslation in English
Hij zegt dat de wegen er moeilijk bijliggen en dat we zonder gidsen verloren zijn.He says the roads are difficult hove and we are lost without guides.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bijleggen
augment

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'hove':

None found.