Bijlappen (to do) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of bijlappen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
lap bij
I do
lapt bij
you do
lapt bij
he/she/it does
lappen bij
we do
lappen bij
you all do
lappen bij
they do
Present perfect tense
heb bijgelapt
I have done
hebt bijgelapt
you have done
heeft bijgelapt
he/she/it has done
hebben bijgelapt
we have done
hebben bijgelapt
you all have done
hebben bijgelapt
they have done
Past tense
lapte bij
I did
lapte bij
you did
lapte bij
he/she/it did
lapten bij
we did
lapten bij
you all did
lapten bij
they did
Future tense
zal bijlappen
I will do
zult bijlappen
you will do
zal bijlappen
he/she/it will do
zullen bijlappen
we will do
zullen bijlappen
you all will do
zullen bijlappen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bijlappen
I would do
zou bijlappen
you would do
zou bijlappen
he/she/it would do
zouden bijlappen
we would do
zouden bijlappen
you all would do
zouden bijlappen
they would do
Subjunctive mood
lappe bij
I do
lappe bij
you do
lappe bij
he/she/it do
lappe bij
we do
lappe bij
you all do
lappe bij
they do
Past perfect tense
had bijgelapt
I had done
had bijgelapt
you had done
had bijgelapt
he/she/it had done
hadden bijgelapt
we had done
hadden bijgelapt
you all had done
hadden bijgelapt
they had done
Future perf.
zal bijgelapt hebben
I will have done
zal bijgelapt hebben
you will have done
zal bijgelapt hebben
he/she/it will have done
zullen bijgelapt hebben
we will have done
zullen bijgelapt hebben
you all will have done
zullen bijgelapt hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bijgelapt hebben
I would have done
zou bijgelapt hebben
you would have done
zou bijgelapt hebben
he/she/it would have done
zouden bijgelapt hebben
we would have done
zouden bijgelapt hebben
you all would have done
zouden bijgelapt hebben
they would have done
Present bijzin tense
bijlap
I do
bijlapt
you do
bijlapt
he/she/it does
bijlappen
we do
bijlappen
you all do
bijlappen
they do
Past bijzin tense
bijlapte
I did
bijlapte
you did
bijlapte
he/she/it did
bijlapten
we did
bijlapten
you all did
bijlapten
they did
Future bijzin tense
zal bijlappen
I will do
zult bijlappen
you will do
zal bijlappen
he/she/it will do
zullen bijlappen
we will do
zullen bijlappen
you all will do
zullen bijlappen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou bijlappen
I would do
zou bijlappen
you would do
zou bijlappen
he/she/it would do
zouden bijlappen
we would do
zouden bijlappen
you all would do
zouden bijlappen
they would do
Subjunctive bijzin mood
bijlappe
I do
bijlappe
you do
bijlappe
he/she/it do
bijlappe
we do
bijlappe
you all do
bijlappe
they do
Du
Ihr
Imperative mood
lap bij
do
lapt bij
do

Examples of bijlappen

Example in DutchTranslation in English
Wil je me er nog steeds bijlappen?I'm kind of down a path here.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

beklappen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

beveiligen
protect
bijeenlopen
walk together
bijeenscharrelen
scratch together
bijgeven
do
bijklussen
moonlight
bijladen
reload
bijleggen
augment
bijstrijken
do
bijtrekken
bite racks
bijverven
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?