Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

bijladen

to reload

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of bijladen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
laad bij
I reload
laadt bij
you reload
laadt bij
he/she/it reloads
laden bij
we reload
laden bij
you all reload
laden bij
they reload
Present perfect tense
heb bijgeladen
I have reloaded
hebt bijgeladen
you have reloaded
heeft bijgeladen
he/she/it has reloaded
hebben bijgeladen
we have reloaded
hebben bijgeladen
you all have reloaded
hebben bijgeladen
they have reloaded
Past tense
laadde bij
I reloaded
laadde bij
you reloaded
laadde bij
he/she/it reloaded
laadden bij
we reloaded
laadden bij
you all reloaded
laadden bij
they reloaded
Future tense
zal bijladen
I will reload
zult bijladen
you will reload
zal bijladen
he/she/it will reload
zullen bijladen
we will reload
zullen bijladen
you all will reload
zullen bijladen
they will reload
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bijladen
I would reload
zou bijladen
you would reload
zou bijladen
he/she/it would reload
zouden bijladen
we would reload
zouden bijladen
you all would reload
zouden bijladen
they would reload
Subjunctive mood
lade bij
I reload
lade bij
you reload
lade bij
he/she/it reload
lade bij
we reload
lade bij
you all reload
lade bij
they reload
Past perfect tense
had bijgeladen
I had reloaded
had bijgeladen
you had reloaded
had bijgeladen
he/she/it had reloaded
hadden bijgeladen
we had reloaded
hadden bijgeladen
you all had reloaded
hadden bijgeladen
they had reloaded
Future perf.
zal bijgeladen hebben
I will have reloaded
zal bijgeladen hebben
you will have reloaded
zal bijgeladen hebben
he/she/it will have reloaded
zullen bijgeladen hebben
we will have reloaded
zullen bijgeladen hebben
you all will have reloaded
zullen bijgeladen hebben
they will have reloaded
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bijgeladen hebben
I would have reloaded
zou bijgeladen hebben
you would have reloaded
zou bijgeladen hebben
he/she/it would have reloaded
zouden bijgeladen hebben
we would have reloaded
zouden bijgeladen hebben
you all would have reloaded
zouden bijgeladen hebben
they would have reloaded
Present bijzin tense
bijlaad
I reload
bijlaadt
you reload
bijlaadt
he/she/it reloads
bijladen
we reload
bijladen
you all reload
bijladen
they reload
Past bijzin tense
bijlaadde
I reloaded
bijlaadde
you reloaded
bijlaadde
he/she/it reloaded
bijlaadden
we reloaded
bijlaadden
you all reloaded
bijlaadden
they reloaded
Future bijzin tense
zal bijladen
I will reload
zult bijladen
you will reload
zal bijladen
he/she/it will reload
zullen bijladen
we will reload
zullen bijladen
you all will reload
zullen bijladen
they will reload
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou bijladen
I would reload
zou bijladen
you would reload
zou bijladen
he/she/it would reload
zouden bijladen
we would reload
zouden bijladen
you all would reload
zouden bijladen
they would reload
Subjunctive bijzin mood
bijlade
I reload
bijlade
you reload
bijlade
he/she/it reload
bijlade
we reload
bijlade
you all reload
bijlade
they reload
Du
Ihr
Imperative mood
laad bij
reload
laadt bij
reload

Further details about this page

LOCATION