Bijkomen (to moonlight) conjugation

Dutch

Conjugation of bijkomen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kom bij
I moonlight
komt bij
you moonlight
komt bij
he/she/it moonlights
komen bij
we moonlight
komen bij
you all moonlight
komen bij
they moonlight
Present perfect tense
heb bijgekomen
I have moonlighted
hebt bijgekomen
you have moonlighted
heeft bijgekomen
he/she/it has moonlighted
hebben bijgekomen
we have moonlighted
hebben bijgekomen
you all have moonlighted
hebben bijgekomen
they have moonlighted
Past tense
kwam bij
I moonlighted
kwam bij
you moonlighted
kwam bij
he/she/it moonlighted
kwamen bij
we moonlighted
kwamen bij
you all moonlighted
kwamen bij
they moonlighted
Future tense
zal bijkomen
I will moonlight
zult bijkomen
you will moonlight
zal bijkomen
he/she/it will moonlight
zullen bijkomen
we will moonlight
zullen bijkomen
you all will moonlight
zullen bijkomen
they will moonlight
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bijkomen
I would moonlight
zou bijkomen
you would moonlight
zou bijkomen
he/she/it would moonlight
zouden bijkomen
we would moonlight
zouden bijkomen
you all would moonlight
zouden bijkomen
they would moonlight
Subjunctive mood
kome bij
I moonlight
kome bij
you moonlight
kome bij
he/she/it moonlight
kome bij
we moonlight
kome bij
you all moonlight
kome bij
they moonlight
Past perfect tense
had bijgekomen
I had moonlighted
had bijgekomen
you had moonlighted
had bijgekomen
he/she/it had moonlighted
hadden bijgekomen
we had moonlighted
hadden bijgekomen
you all had moonlighted
hadden bijgekomen
they had moonlighted
Future perf.
zal bijgekomen hebben
I will have moonlighted
zal bijgekomen hebben
you will have moonlighted
zal bijgekomen hebben
he/she/it will have moonlighted
zullen bijgekomen hebben
we will have moonlighted
zullen bijgekomen hebben
you all will have moonlighted
zullen bijgekomen hebben
they will have moonlighted
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bijgekomen hebben
I would have moonlighted
zou bijgekomen hebben
you would have moonlighted
zou bijgekomen hebben
he/she/it would have moonlighted
zouden bijgekomen hebben
we would have moonlighted
zouden bijgekomen hebben
you all would have moonlighted
zouden bijgekomen hebben
they would have moonlighted
Present bijzin tense
bijkom
I moonlight
bijkomt
you moonlight
bijkomt
he/she/it moonlights
bijkomen
we moonlight
bijkomen
you all moonlight
bijkomen
they moonlight
Past bijzin tense
bijkwam
I moonlighted
bijkwam
you moonlighted
bijkwam
he/she/it moonlighted
bijkwamen
we moonlighted
bijkwamen
you all moonlighted
bijkwamen
they moonlighted
Future bijzin tense
zal bijkomen
I will moonlight
zult bijkomen
you will moonlight
zal bijkomen
he/she/it will moonlight
zullen bijkomen
we will moonlight
zullen bijkomen
you all will moonlight
zullen bijkomen
they will moonlight
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou bijkomen
I would moonlight
zou bijkomen
you would moonlight
zou bijkomen
he/she/it would moonlight
zouden bijkomen
we would moonlight
zouden bijkomen
you all would moonlight
zouden bijkomen
they would moonlight
Subjunctive bijzin mood
bijkome
I moonlight
bijkome
you moonlight
bijkome
he/she/it moonlight
bijkome
we moonlight
bijkome
you all moonlight
bijkome
they moonlight
Du
Ihr
Imperative mood
kom bij
moonlight
komt bij
moonlight

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bijkopen
buy more
bijnemen
do

Similar but longer

nabijkomen
approach

Random

bevliegen
do
bevragen
question
bewilligen
rest content
bezaaien
sow
bijgooien
do
bijknippen
moonlight
bijkopen
buy more
bijscholen
retrain
bijschuiven
do
bijstellen
adjust

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'moonlight':

None found.
Learning languages?