Bezichtigen (to visit) conjugation

Dutch
7 examples

Conjugation of bezichtigen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bezichtig
I visit
bezichtigt
you visit
bezichtigt
he/she/it visits
bezichtigen
we visit
bezichtigen
you all visit
bezichtigen
they visit
Present perfect tense
heb bezichtigd
I have visited
hebt bezichtigd
you have visited
heeft bezichtigd
he/she/it has visited
hebben bezichtigd
we have visited
hebben bezichtigd
you all have visited
hebben bezichtigd
they have visited
Past tense
bezichtigde
I visited
bezichtigde
you visited
bezichtigde
he/she/it visited
bezichtigden
we visited
bezichtigden
you all visited
bezichtigden
they visited
Future tense
zal bezichtigen
I will visit
zult bezichtigen
you will visit
zal bezichtigen
he/she/it will visit
zullen bezichtigen
we will visit
zullen bezichtigen
you all will visit
zullen bezichtigen
they will visit
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bezichtigen
I would visit
zou bezichtigen
you would visit
zou bezichtigen
he/she/it would visit
zouden bezichtigen
we would visit
zouden bezichtigen
you all would visit
zouden bezichtigen
they would visit
Subjunctive mood
bezichtige
I visit
bezichtige
you visit
bezichtige
he/she/it visit
bezichtige
we visit
bezichtige
you all visit
bezichtige
they visit
Past perfect tense
had bezichtigd
I had visited
had bezichtigd
you had visited
had bezichtigd
he/she/it had visited
hadden bezichtigd
we had visited
hadden bezichtigd
you all had visited
hadden bezichtigd
they had visited
Future perf.
zal bezichtigd hebben
I will have visited
zal bezichtigd hebben
you will have visited
zal bezichtigd hebben
he/she/it will have visited
zullen bezichtigd hebben
we will have visited
zullen bezichtigd hebben
you all will have visited
zullen bezichtigd hebben
they will have visited
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bezichtigd hebben
I would have visited
zou bezichtigd hebben
you would have visited
zou bezichtigd hebben
he/she/it would have visited
zouden bezichtigd hebben
we would have visited
zouden bezichtigd hebben
you all would have visited
zouden bezichtigd hebben
they would have visited
Du
Ihr
Imperative mood
bezichtig
visit
bezichtigt
visit

Examples of bezichtigen

Example in DutchTranslation in English
30.000 mensen wonen hier, in drie stadjes, een vloot van bootjes neemt bezoekers mee op zorgvuldig geplande uitstapjes. Om de belangrijkste bezienswaardigheden van de eilanden te bezichtigen.30,000 people live here, in three small towns, and fleets of small boats take visitors on carefully-planned trips to see the islands' main sights.
De afleverdatum is 2 oktober, dus je kunt wat stadjes bezichtigen... mensen ontmoeten, dingen ontdekken en reisverhalen horen.So you'll have time to visite some towns, meet some people. See what's out there. Pick up some traveler's tales.
Dus, waarop ga jij ondertussen niet met je mannen onze beroemde Es boom bezichtigen?So, in the meantime, why don't you and your men go and visit our famous ash tree?
Ik wil enkel continent, elk land bezichtigen.I want to visit every continent, every country, really.
Misschien op bezoek komen, en Baltimore bezichtigen.Perhaps I could come for a visit, see Baltimore.
Maak er een mooie dag van en bezichtig Jeruzalem.Make it a beautiful day by and visit Jerusalem.
Hij bezichtigt huizen.-Yes. To Paris, he's been visiting houses.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bemachtigen
capture
bevochtigen
moisten

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'visit':

None found.
Learning languages?