Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Bedruppen (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bedrup
bedrupt
bedrupt
bedruppen
bedruppen
bedruppen
Present perfect tense
heb bedrupt
hebt bedrupt
heeft bedrupt
hebben bedrupt
hebben bedrupt
hebben bedrupt
Past tense
bedrupte
bedrupte
bedrupte
bedrupten
bedrupten
bedrupten
Future tense
zal bedruppen
zult bedruppen
zal bedruppen
zullen bedruppen
zullen bedruppen
zullen bedruppen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bedruppen
zou bedruppen
zou bedruppen
zouden bedruppen
zouden bedruppen
zouden bedruppen
Subjunctive mood
bedruppe
bedruppe
bedruppe
bedruppe
bedruppe
bedruppe
Past perfect tense
had bedrupt
had bedrupt
had bedrupt
hadden bedrupt
hadden bedrupt
hadden bedrupt
Future perf.
zal bedrupt hebben
zal bedrupt hebben
zal bedrupt hebben
zullen bedrupt hebben
zullen bedrupt hebben
zullen bedrupt hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bedrupt hebben
zou bedrupt hebben
zou bedrupt hebben
zouden bedrupt hebben
zouden bedrupt hebben
zouden bedrupt hebben
Du
Ihr
Imperative mood
bedrup
bedrupt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afdruppen
do
bedruipen
do
bedrukken
print

Similar but longer

bedruppelen
drizzle

Random

bakenen
delimit
becijferen
calculate
bedotten
bilk
bedriegen
deceive
bedrinken
get drunk
bedruppelen
drizzle
beduchten
do
begeleiden
accompany
beginnen
start
begrenzen
limit

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.