Deballoteren (to blackball) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of deballoteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
deballoteer
I blackball
deballoteert
you blackball
deballoteert
he/she/it blackballs
deballoteren
we blackball
deballoteren
you all blackball
deballoteren
they blackball
Present perfect tense
heb gedeballoteerd
I have blackballed
hebt gedeballoteerd
you have blackballed
heeft gedeballoteerd
he/she/it has blackballed
hebben gedeballoteerd
we have blackballed
hebben gedeballoteerd
you all have blackballed
hebben gedeballoteerd
they have blackballed
Past tense
deballoteerde
I blackballed
deballoteerde
you blackballed
deballoteerde
he/she/it blackballed
deballoteerden
we blackballed
deballoteerden
you all blackballed
deballoteerden
they blackballed
Future tense
zal deballoteren
I will blackball
zult deballoteren
you will blackball
zal deballoteren
he/she/it will blackball
zullen deballoteren
we will blackball
zullen deballoteren
you all will blackball
zullen deballoteren
they will blackball
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou deballoteren
I would blackball
zou deballoteren
you would blackball
zou deballoteren
he/she/it would blackball
zouden deballoteren
we would blackball
zouden deballoteren
you all would blackball
zouden deballoteren
they would blackball
Subjunctive mood
deballotere
I blackball
deballotere
you blackball
deballotere
he/she/it blackball
deballotere
we blackball
deballotere
you all blackball
deballotere
they blackball
Past perfect tense
had gedeballoteerd
I had blackballed
had gedeballoteerd
you had blackballed
had gedeballoteerd
he/she/it had blackballed
hadden gedeballoteerd
we had blackballed
hadden gedeballoteerd
you all had blackballed
hadden gedeballoteerd
they had blackballed
Future perf.
zal gedeballoteerd hebben
I will have blackballed
zal gedeballoteerd hebben
you will have blackballed
zal gedeballoteerd hebben
he/she/it will have blackballed
zullen gedeballoteerd hebben
we will have blackballed
zullen gedeballoteerd hebben
you all will have blackballed
zullen gedeballoteerd hebben
they will have blackballed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gedeballoteerd hebben
I would have blackballed
zou gedeballoteerd hebben
you would have blackballed
zou gedeballoteerd hebben
he/she/it would have blackballed
zouden gedeballoteerd hebben
we would have blackballed
zouden gedeballoteerd hebben
you all would have blackballed
zouden gedeballoteerd hebben
they would have blackballed
Du
Ihr
Imperative mood
deballoteer
blackball
deballoteert
blackball

Examples of deballoteren

Example in DutchTranslation in English
Hij moet gedeballoteerd worden.He should be blackballed.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

colporteren
peddle
compromitteren
compress
coördineren
coordinate
correctionaliseren
copulate
crossen
do
cureren
cure
dammen
play draughts
dealen
deal
debarkeren
disembark
dehydrateren
dehydrate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'blackball':

None found.
Learning languages?