Badineren (to banter) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of badineren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
badineer
I banter
badineert
you banter
badineert
he/she/it banters
badineren
we banter
badineren
you all banter
badineren
they banter
Present perfect tense
heb gebadineerd
I have bantered
hebt gebadineerd
you have bantered
heeft gebadineerd
he/she/it has bantered
hebben gebadineerd
we have bantered
hebben gebadineerd
you all have bantered
hebben gebadineerd
they have bantered
Past tense
badineerde
I bantered
badineerde
you bantered
badineerde
he/she/it bantered
badineerden
we bantered
badineerden
you all bantered
badineerden
they bantered
Future tense
zal badineren
I will banter
zult badineren
you will banter
zal badineren
he/she/it will banter
zullen badineren
we will banter
zullen badineren
you all will banter
zullen badineren
they will banter
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou badineren
I would banter
zou badineren
you would banter
zou badineren
he/she/it would banter
zouden badineren
we would banter
zouden badineren
you all would banter
zouden badineren
they would banter
Subjunctive mood
badinere
I banter
badinere
you banter
badinere
he/she/it banter
badinere
we banter
badinere
you all banter
badinere
they banter
Past perfect tense
had gebadineerd
I had bantered
had gebadineerd
you had bantered
had gebadineerd
he/she/it had bantered
hadden gebadineerd
we had bantered
hadden gebadineerd
you all had bantered
hadden gebadineerd
they had bantered
Future perf.
zal gebadineerd hebben
I will have bantered
zal gebadineerd hebben
you will have bantered
zal gebadineerd hebben
he/she/it will have bantered
zullen gebadineerd hebben
we will have bantered
zullen gebadineerd hebben
you all will have bantered
zullen gebadineerd hebben
they will have bantered
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gebadineerd hebben
I would have bantered
zou gebadineerd hebben
you would have bantered
zou gebadineerd hebben
he/she/it would have bantered
zouden gebadineerd hebben
we would have bantered
zouden gebadineerd hebben
you all would have bantered
zouden gebadineerd hebben
they would have bantered
Du
Ihr
Imperative mood
badineer
banter
badineert
banter

Examples of badineren

Example in DutchTranslation in English
Weet je wat badineren is? Het is flirterig babbelen.You know what banter is, it's like flirty talk.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bruineren
brown
ordineren
ordain

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'banter':

None found.
Learning languages?