Beargumenteren (to argue) conjugation

Dutch
21 examples

Conjugation of beargumenteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
beargumenteer
I argue
beargumenteert
you argue
beargumenteert
he/she/it argues
beargumenteren
we argue
beargumenteren
you all argue
beargumenteren
they argue
Present perfect tense
heb beargumenteerd
I have argued
hebt beargumenteerd
you have argued
heeft beargumenteerd
he/she/it has argued
hebben beargumenteerd
we have argued
hebben beargumenteerd
you all have argued
hebben beargumenteerd
they have argued
Past tense
beargumenteerde
I argued
beargumenteerde
you argued
beargumenteerde
he/she/it argued
beargumenteerden
we argued
beargumenteerden
you all argued
beargumenteerden
they argued
Future tense
zal beargumenteren
I will argue
zult beargumenteren
you will argue
zal beargumenteren
he/she/it will argue
zullen beargumenteren
we will argue
zullen beargumenteren
you all will argue
zullen beargumenteren
they will argue
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou beargumenteren
I would argue
zou beargumenteren
you would argue
zou beargumenteren
he/she/it would argue
zouden beargumenteren
we would argue
zouden beargumenteren
you all would argue
zouden beargumenteren
they would argue
Subjunctive mood
beargumentere
I argue
beargumentere
you argue
beargumentere
he/she/it argue
beargumentere
we argue
beargumentere
you all argue
beargumentere
they argue
Past perfect tense
had beargumenteerd
I had argued
had beargumenteerd
you had argued
had beargumenteerd
he/she/it had argued
hadden beargumenteerd
we had argued
hadden beargumenteerd
you all had argued
hadden beargumenteerd
they had argued
Future perf.
zal beargumenteerd hebben
I will have argued
zal beargumenteerd hebben
you will have argued
zal beargumenteerd hebben
he/she/it will have argued
zullen beargumenteerd hebben
we will have argued
zullen beargumenteerd hebben
you all will have argued
zullen beargumenteerd hebben
they will have argued
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou beargumenteerd hebben
I would have argued
zou beargumenteerd hebben
you would have argued
zou beargumenteerd hebben
he/she/it would have argued
zouden beargumenteerd hebben
we would have argued
zouden beargumenteerd hebben
you all would have argued
zouden beargumenteerd hebben
they would have argued
Du
Ihr
Imperative mood
beargumenteer
argue
beargumenteert
argue

Examples of beargumenteren

Example in DutchTranslation in English
Als deze man het diploma heeft gehaald... laat hem de zaak beargumenteren.If this young man has passed the bar, let him argue the case.
Als je denkt dat je me kunt beargumenteren, verspil je adem.If you think you can argue me down, you're wasting your breath.
Beide keren komen ze aanzetten met prominente First Amendment advocaten en beargumenteren dat als wij zeggen dat het AAA beoordeeld is dat het maar hun mening is, je moet er niet op vertrouwen.And both times, they trot out very prominent First Amendment lawyers, and argue that when we say something is rated AAA, that is merely our opinion you shouldn't rely on it.
Dat kan ik niet beargumenteren voor de rechtbank.You can't make me argue that. - Why? GEORGIA:
En dat zullen we ook beargumenteren als het zover komt.And that's what we'll argue if it comes to that.
In je verslag, neem een kritische en goed geïnformeerde positie in en beargumenteer een bepaalde interpretatie van de tekst.' Ja.In your essay, take a critical and well-informed position and argue a particular interpretation of the text."
Als ze iets beargumenteert, komt het uit haar hart... dus hoe kan je daar nou tegenin gaan?And when she argues, it comes from this really beautiful, pure place so how can you fight against that, you know?
Meneer Gardner, u beargumenteert dat het eerste amendement het recht tot spreken garandeert, maar niet het recht tot liegen.Mr. Gardner, you argue that the first amendment guarantees the right to speak but not the right to lie.
Mr Farmer beargumenteert de eerste bevestigingMr. Farmer will argue the first affirmative.
Mr Read beargumenteert een bevestging, de tweede debateur beargumenteert een negatief...Mr. Reed will argue affirmative, the second debater argues the negative.
U beargumenteert de bevestiging, Mr Read.You shall argue the affirmative, Mr. Reed, go.
Beslissingen nemen voordat ze dood worden beargumenteerd?Making decisions before they get argued to death?
Het is een beter woord, maar het kan niet worden beargumenteerd.It is a better word, but it can't be argued that.
Het werd overtuigend beargumenteerd dat uw medische deskundigheid vereist blijft.It was argued convincingly that your medical expertise is still required.
Hij kwam met een plan dat goed beargumenteerd was... duidelijk in elkaar zal en keihard was.With typical thoroughness, he came up with a plan which was brilliantly argued, utterly coherent and totally draconian.
U heeft beiden uw zaak goed beargumenteerd.You have both argued your case well.
'Met het wegvloeien van tijd' beargumenteerde hij, 'is een gemiste kans verloren voor altijd.'"In the flow of time, " he argued, "an opportunity lost is lost forever. "
Daarom, beargumenteerde men, kon het menselijke oog niet het resultaat zijn van ondoordachte evolutie.Therefore, it was argued, the human eye can't be the result of mindless evolution.
Hij beargumenteerde zijn ideeen in de vorm van pure wiskunde, een gedurfde en creatieve evolutie van de wetenschappelijke methode.He argued his ideas in the form of pure mathematics, A daring and creative evolution of the scientific method.
Theater, een goed beargumenteerde juridische motie is zoals een perfect uitgevoerd stuk.Theater. You know, a well-argued legal motion is very like a perfectly executed play.
Ze beargumenteerde in het hoger beroep dat het was ontvreemd.They argued to the state Supremes that it was suppressed.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'argue':

None found.
Learning languages?