Afvormen (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of afvormen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vorm af
I do
vormt af
you do
vormt af
he/she/it does
vormen af
we do
vormen af
you all do
vormen af
they do
Present perfect tense
heb afgevormd
I have done
hebt afgevormd
you have done
heeft afgevormd
he/she/it has done
hebben afgevormd
we have done
hebben afgevormd
you all have done
hebben afgevormd
they have done
Past tense
vormde af
I did
vormde af
you did
vormde af
he/she/it did
vormden af
we did
vormden af
you all did
vormden af
they did
Future tense
zal afvormen
I will do
zult afvormen
you will do
zal afvormen
he/she/it will do
zullen afvormen
we will do
zullen afvormen
you all will do
zullen afvormen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afvormen
I would do
zou afvormen
you would do
zou afvormen
he/she/it would do
zouden afvormen
we would do
zouden afvormen
you all would do
zouden afvormen
they would do
Subjunctive mood
vorme af
I do
vorme af
you do
vorme af
he/she/it do
vorme af
we do
vorme af
you all do
vorme af
they do
Past perfect tense
had afgevormd
I had done
had afgevormd
you had done
had afgevormd
he/she/it had done
hadden afgevormd
we had done
hadden afgevormd
you all had done
hadden afgevormd
they had done
Future perf.
zal afgevormd hebben
I will have done
zal afgevormd hebben
you will have done
zal afgevormd hebben
he/she/it will have done
zullen afgevormd hebben
we will have done
zullen afgevormd hebben
you all will have done
zullen afgevormd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgevormd hebben
I would have done
zou afgevormd hebben
you would have done
zou afgevormd hebben
he/she/it would have done
zouden afgevormd hebben
we would have done
zouden afgevormd hebben
you all would have done
zouden afgevormd hebben
they would have done
Present bijzin tense
afvorm
I do
afvormt
you do
afvormt
he/she/it does
afvormen
we do
afvormen
you all do
afvormen
they do
Past bijzin tense
afvormde
I did
afvormde
you did
afvormde
he/she/it did
afvormden
we did
afvormden
you all did
afvormden
they did
Future bijzin tense
zal afvormen
I will do
zult afvormen
you will do
zal afvormen
he/she/it will do
zullen afvormen
we will do
zullen afvormen
you all will do
zullen afvormen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afvormen
I would do
zou afvormen
you would do
zou afvormen
he/she/it would do
zouden afvormen
we would do
zouden afvormen
you all would do
zouden afvormen
they would do
Subjunctive bijzin mood
afvorme
I do
afvorme
you do
afvorme
he/she/it do
afvorme
we do
afvorme
you all do
afvorme
they do
Du
Ihr
Imperative mood
vorm af
do
vormt af
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afvoeren
eliminate
omvormen
transform

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?