Aftakelen (to deteriorate) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of aftakelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
takel af
I deteriorate
takelt af
you deteriorate
takelt af
he/she/it deteriorates
takelen af
we deteriorate
takelen af
you all deteriorate
takelen af
they deteriorate
Present perfect tense
heb afgetakeld
I have deteriorated
hebt afgetakeld
you have deteriorated
heeft afgetakeld
he/she/it has deteriorated
hebben afgetakeld
we have deteriorated
hebben afgetakeld
you all have deteriorated
hebben afgetakeld
they have deteriorated
Past tense
takelde af
I deteriorated
takelde af
you deteriorated
takelde af
he/she/it deteriorated
takelden af
we deteriorated
takelden af
you all deteriorated
takelden af
they deteriorated
Future tense
zal aftakelen
I will deteriorate
zult aftakelen
you will deteriorate
zal aftakelen
he/she/it will deteriorate
zullen aftakelen
we will deteriorate
zullen aftakelen
you all will deteriorate
zullen aftakelen
they will deteriorate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aftakelen
I would deteriorate
zou aftakelen
you would deteriorate
zou aftakelen
he/she/it would deteriorate
zouden aftakelen
we would deteriorate
zouden aftakelen
you all would deteriorate
zouden aftakelen
they would deteriorate
Subjunctive mood
takele af
I deteriorate
takele af
you deteriorate
takele af
he/she/it deteriorate
takele af
we deteriorate
takele af
you all deteriorate
takele af
they deteriorate
Past perfect tense
had afgetakeld
I had deteriorated
had afgetakeld
you had deteriorated
had afgetakeld
he/she/it had deteriorated
hadden afgetakeld
we had deteriorated
hadden afgetakeld
you all had deteriorated
hadden afgetakeld
they had deteriorated
Future perf.
zal afgetakeld hebben
I will have deteriorated
zal afgetakeld hebben
you will have deteriorated
zal afgetakeld hebben
he/she/it will have deteriorated
zullen afgetakeld hebben
we will have deteriorated
zullen afgetakeld hebben
you all will have deteriorated
zullen afgetakeld hebben
they will have deteriorated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgetakeld hebben
I would have deteriorated
zou afgetakeld hebben
you would have deteriorated
zou afgetakeld hebben
he/she/it would have deteriorated
zouden afgetakeld hebben
we would have deteriorated
zouden afgetakeld hebben
you all would have deteriorated
zouden afgetakeld hebben
they would have deteriorated
Present bijzin tense
aftakel
I deteriorate
aftakelt
you deteriorate
aftakelt
he/she/it deteriorates
aftakelen
we deteriorate
aftakelen
you all deteriorate
aftakelen
they deteriorate
Past bijzin tense
aftakelde
I deteriorated
aftakelde
you deteriorated
aftakelde
he/she/it deteriorated
aftakelden
we deteriorated
aftakelden
you all deteriorated
aftakelden
they deteriorated
Future bijzin tense
zal aftakelen
I will deteriorate
zult aftakelen
you will deteriorate
zal aftakelen
he/she/it will deteriorate
zullen aftakelen
we will deteriorate
zullen aftakelen
you all will deteriorate
zullen aftakelen
they will deteriorate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aftakelen
I would deteriorate
zou aftakelen
you would deteriorate
zou aftakelen
he/she/it would deteriorate
zouden aftakelen
we would deteriorate
zouden aftakelen
you all would deteriorate
zouden aftakelen
they would deteriorate
Subjunctive bijzin mood
aftakele
I deteriorate
aftakele
you deteriorate
aftakele
he/she/it deteriorate
aftakele
we deteriorate
aftakele
you all deteriorate
aftakele
they deteriorate
Du
Ihr
Imperative mood
takel af
deteriorate
takelt af
deteriorate

Examples of aftakelen

Example in DutchTranslation in English
Eh, Scheepssystemen blijven verder aftakelen, Oh ja,Ship's systems continue to deteriorate... oh ya...
Ik wIl nIet aftakelen tussen m'n...I don't want to deteriorate in front of my...
Ze zal aftakelen en afzichtelijk worden.She's getting sicker every day. She will deteriorate and become hideous.
Zijn geest en magie zijn nog steeds groots, maar zijn lichaam takelt af.His mind and his magic are as strong as ever, but his body is deteriorated and weak.
Hoe erg was het been afgetakeld?How deteriorated was the leg? It wasn't.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afkukelen
do
optakelen
rig

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'deteriorate':

None found.
Learning languages?