Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Afpoetsen (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
poets af
poetst af
poetst af
poetsen af
poetsen af
poetsen af
Present perfect tense
heb afgepoetst
hebt afgepoetst
heeft afgepoetst
hebben afgepoetst
hebben afgepoetst
hebben afgepoetst
Past tense
poetste af
poetste af
poetste af
poetsten af
poetsten af
poetsten af
Future tense
zal afpoetsen
zult afpoetsen
zal afpoetsen
zullen afpoetsen
zullen afpoetsen
zullen afpoetsen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afpoetsen
zou afpoetsen
zou afpoetsen
zouden afpoetsen
zouden afpoetsen
zouden afpoetsen
Subjunctive mood
poetse af
poetse af
poetse af
poetse af
poetse af
poetse af
Past perfect tense
had afgepoetst
had afgepoetst
had afgepoetst
hadden afgepoetst
hadden afgepoetst
hadden afgepoetst
Future perf.
zal afgepoetst hebben
zal afgepoetst hebben
zal afgepoetst hebben
zullen afgepoetst hebben
zullen afgepoetst hebben
zullen afgepoetst hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgepoetst hebben
zou afgepoetst hebben
zou afgepoetst hebben
zouden afgepoetst hebben
zouden afgepoetst hebben
zouden afgepoetst hebben
Present bijzin tense
afpoets
afpoetst
afpoetst
afpoetsen
afpoetsen
afpoetsen
Past bijzin tense
afpoetste
afpoetste
afpoetste
afpoetsten
afpoetsten
afpoetsten
Future bijzin tense
zal afpoetsen
zult afpoetsen
zal afpoetsen
zullen afpoetsen
zullen afpoetsen
zullen afpoetsen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afpoetsen
zou afpoetsen
zou afpoetsen
zouden afpoetsen
zouden afpoetsen
zouden afpoetsen
Subjunctive bijzin mood
afpoetse
afpoetse
afpoetse
afpoetse
afpoetse
afpoetse
Du
Ihr
Imperative mood
poets af
poetst af

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afbietsen
do
affietsen
do
afkletsen
do
oppoetsen
furbish

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

aflangen
do
aflossen
relieve
afmixen
do
afpeuteren
do
afpitsen
do
afpoeieren
rebuff
afpolderen
do
afragen
do
afrasteren
rail off
afrijzelen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.