Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Affietsen (to do) conjugation

Dutch
2 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
fiets af
fietst af
fietst af
fietsen af
fietsen af
fietsen af
Present perfect tense
heb afgefietst
hebt afgefietst
heeft afgefietst
hebben afgefietst
hebben afgefietst
hebben afgefietst
Past tense
fietste af
fietste af
fietste af
fietsten af
fietsten af
fietsten af
Future tense
zal affietsen
zult affietsen
zal affietsen
zullen affietsen
zullen affietsen
zullen affietsen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou affietsen
zou affietsen
zou affietsen
zouden affietsen
zouden affietsen
zouden affietsen
Subjunctive mood
fietse af
fietse af
fietse af
fietse af
fietse af
fietse af
Past perfect tense
had afgefietst
had afgefietst
had afgefietst
hadden afgefietst
hadden afgefietst
hadden afgefietst
Future perf.
zal afgefietst hebben
zal afgefietst hebben
zal afgefietst hebben
zullen afgefietst hebben
zullen afgefietst hebben
zullen afgefietst hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgefietst hebben
zou afgefietst hebben
zou afgefietst hebben
zouden afgefietst hebben
zouden afgefietst hebben
zouden afgefietst hebben
Present bijzin tense
affiets
affietst
affietst
affietsen
affietsen
affietsen
Past bijzin tense
affietste
affietste
affietste
affietsten
affietsten
affietsten
Future bijzin tense
zal affietsen
zult affietsen
zal affietsen
zullen affietsen
zullen affietsen
zullen affietsen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou affietsen
zou affietsen
zou affietsen
zouden affietsen
zouden affietsen
zouden affietsen
Subjunctive bijzin mood
affietse
affietse
affietse
affietse
affietse
affietse
Du
Ihr
Imperative mood
fiets af
fietst af

Examples of affietsen

Example in DutchTranslation in English
fiets af
Ze haalde zelfs mijn fiets af.		She had even got my bike down.
fietsen af
Ik ben bang dat ik niet zo veel van fietsen af weet... behalve welke kleur ik leuk vind.		I'm afraid I do not know much bicycle off... Except what color I like.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afbietsen
do
afkletsen
do
afpoetsen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

adoniseren
do
afbouwen
do
afbrijnen
do
afbuitelen
do
afcommanderen
do
afdruipen
drain
afficheren
do
affiliëren
affiliate
afgeren
do
afharken
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.