Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Afkaatsen (to bounce off) conjugation

Dutch
2 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kaats af
kaatst af
kaatst af
kaatsen af
kaatsen af
kaatsen af
Present perfect tense
heb afgekaatst
hebt afgekaatst
heeft afgekaatst
hebben afgekaatst
hebben afgekaatst
hebben afgekaatst
Past tense
kaatste af
kaatste af
kaatste af
kaatsten af
kaatsten af
kaatsten af
Future tense
zal afkaatsen
zult afkaatsen
zal afkaatsen
zullen afkaatsen
zullen afkaatsen
zullen afkaatsen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afkaatsen
zou afkaatsen
zou afkaatsen
zouden afkaatsen
zouden afkaatsen
zouden afkaatsen
Subjunctive mood
kaatse af
kaatse af
kaatse af
kaatse af
kaatse af
kaatse af
Past perfect tense
had afgekaatst
had afgekaatst
had afgekaatst
hadden afgekaatst
hadden afgekaatst
hadden afgekaatst
Future perf.
zal afgekaatst hebben
zal afgekaatst hebben
zal afgekaatst hebben
zullen afgekaatst hebben
zullen afgekaatst hebben
zullen afgekaatst hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgekaatst hebben
zou afgekaatst hebben
zou afgekaatst hebben
zouden afgekaatst hebben
zouden afgekaatst hebben
zouden afgekaatst hebben
Present bijzin tense
afkaats
afkaatst
afkaatst
afkaatsen
afkaatsen
afkaatsen
Past bijzin tense
afkaatste
afkaatste
afkaatste
afkaatsten
afkaatsten
afkaatsten
Future bijzin tense
zal afkaatsen
zult afkaatsen
zal afkaatsen
zullen afkaatsen
zullen afkaatsen
zullen afkaatsen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afkaatsen
zou afkaatsen
zou afkaatsen
zouden afkaatsen
zouden afkaatsen
zouden afkaatsen
Subjunctive bijzin mood
afkaatse
afkaatse
afkaatse
afkaatse
afkaatse
afkaatse
Du
Ihr
Imperative mood
kaats af
kaatst af

Examples of afkaatsen

Example in DutchTranslation in English
Gammastralen kaatsen af op de dampkring.High up, higher up. Higher, the better. Gamma rays bounce off the atmosphere.
Er viel daar iets naar beneden en kaatste af op de auto.Something's just fallen off from that and bounced off the bonnet

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afkaarten
do
afkletsen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'bounce off':

None found.