Conjugation
Etymology
Blog
Courses
Get a Dutch Tutor
Conjugation
Etymology
Blog
afduvelen
to do
Conjugation
Details
Looking for learning resources?
Study with our courses!
Get a full course →
Conjugation
of
afduvelen
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
duvel af
I do
duvelt af
you do
duvelt af
he/she/it does
duvelen af
we do
duvelen af
you all do
duvelen af
they do
Present perfect tense
heb afgeduveld
I have done
hebt afgeduveld
you have done
heeft afgeduveld
he/she/it has done
hebben afgeduveld
we have done
hebben afgeduveld
you all have done
hebben afgeduveld
they have done
Past tense
duvelde af
I did
duvelde af
you did
duvelde af
he/she/it did
duvelden af
we did
duvelden af
you all did
duvelden af
they did
Future tense
zal afduvelen
I will do
zult afduvelen
you will do
zal afduvelen
he/she/it will do
zullen afduvelen
we will do
zullen afduvelen
you all will do
zullen afduvelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afduvelen
I would do
zou afduvelen
you would do
zou afduvelen
he/she/it would do
zouden afduvelen
we would do
zouden afduvelen
you all would do
zouden afduvelen
they would do
Subjunctive mood
duvele af
I do
duvele af
you do
duvele af
he/she/it do
duvele af
we do
duvele af
you all do
duvele af
they do
Past perfect tense
had afgeduveld
I had done
had afgeduveld
you had done
had afgeduveld
he/she/it had done
hadden afgeduveld
we had done
hadden afgeduveld
you all had done
hadden afgeduveld
they had done
Future perf.
zal afgeduveld hebben
I will have done
zal afgeduveld hebben
you will have done
zal afgeduveld hebben
he/she/it will have done
zullen afgeduveld hebben
we will have done
zullen afgeduveld hebben
you all will have done
zullen afgeduveld hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgeduveld hebben
I would have done
zou afgeduveld hebben
you would have done
zou afgeduveld hebben
he/she/it would have done
zouden afgeduveld hebben
we would have done
zouden afgeduveld hebben
you all would have done
zouden afgeduveld hebben
they would have done
Present bijzin tense
afduvel
I do
afduvelt
you do
afduvelt
he/she/it does
afduvelen
we do
afduvelen
you all do
afduvelen
they do
Past bijzin tense
afduvelde
I did
afduvelde
you did
afduvelde
he/she/it did
afduvelden
we did
afduvelden
you all did
afduvelden
they did
Future bijzin tense
zal afduvelen
I will do
zult afduvelen
you will do
zal afduvelen
he/she/it will do
zullen afduvelen
we will do
zullen afduvelen
you all will do
zullen afduvelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afduvelen
I would do
zou afduvelen
you would do
zou afduvelen
he/she/it would do
zouden afduvelen
we would do
zouden afduvelen
you all would do
zouden afduvelen
they would do
Subjunctive bijzin mood
afduvele
I do
afduvele
you do
afduvele
he/she/it do
afduvele
we do
afduvele
you all do
afduvele
they do
Du
Ihr
Imperative mood
duvel af
do
duvelt af
do
Further details about this page
LOCATION
Cooljugator
/
Dutch
/
afduvelen
RELATED PAGES
beduvelen
fool
opduvelen
do
Back to Top