Afdreggen (to drag) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of afdreggen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
dreg af
I drag
dregt af
you drag
dregt af
he/she/it drags
dreggen af
we drag
dreggen af
you all drag
dreggen af
they drag
Present perfect tense
heb afgedregd
I have dragged
hebt afgedregd
you have dragged
heeft afgedregd
he/she/it has dragged
hebben afgedregd
we have dragged
hebben afgedregd
you all have dragged
hebben afgedregd
they have dragged
Past tense
dregde af
I dragged
dregde af
you dragged
dregde af
he/she/it dragged
dregden af
we dragged
dregden af
you all dragged
dregden af
they dragged
Future tense
zal afdreggen
I will drag
zult afdreggen
you will drag
zal afdreggen
he/she/it will drag
zullen afdreggen
we will drag
zullen afdreggen
you all will drag
zullen afdreggen
they will drag
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afdreggen
I would drag
zou afdreggen
you would drag
zou afdreggen
he/she/it would drag
zouden afdreggen
we would drag
zouden afdreggen
you all would drag
zouden afdreggen
they would drag
Subjunctive mood
dregge af
I drag
dregge af
you drag
dregge af
he/she/it drag
dregge af
we drag
dregge af
you all drag
dregge af
they drag
Past perfect tense
had afgedregd
I had dragged
had afgedregd
you had dragged
had afgedregd
he/she/it had dragged
hadden afgedregd
we had dragged
hadden afgedregd
you all had dragged
hadden afgedregd
they had dragged
Future perf.
zal afgedregd hebben
I will have dragged
zal afgedregd hebben
you will have dragged
zal afgedregd hebben
he/she/it will have dragged
zullen afgedregd hebben
we will have dragged
zullen afgedregd hebben
you all will have dragged
zullen afgedregd hebben
they will have dragged
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgedregd hebben
I would have dragged
zou afgedregd hebben
you would have dragged
zou afgedregd hebben
he/she/it would have dragged
zouden afgedregd hebben
we would have dragged
zouden afgedregd hebben
you all would have dragged
zouden afgedregd hebben
they would have dragged
Present bijzin tense
afdreg
I drag
afdregt
you drag
afdregt
he/she/it drags
afdreggen
we drag
afdreggen
you all drag
afdreggen
they drag
Past bijzin tense
afdregde
I dragged
afdregde
you dragged
afdregde
he/she/it dragged
afdregden
we dragged
afdregden
you all dragged
afdregden
they dragged
Future bijzin tense
zal afdreggen
I will drag
zult afdreggen
you will drag
zal afdreggen
he/she/it will drag
zullen afdreggen
we will drag
zullen afdreggen
you all will drag
zullen afdreggen
they will drag
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afdreggen
I would drag
zou afdreggen
you would drag
zou afdreggen
he/she/it would drag
zouden afdreggen
we would drag
zouden afdreggen
you all would drag
zouden afdreggen
they would drag
Subjunctive bijzin mood
afdregge
I drag
afdregge
you drag
afdregge
he/she/it drag
afdregge
we drag
afdregge
you all drag
afdregge
they drag
Du
Ihr
Imperative mood
dreg af
drag
dregt af
drag

Examples of afdreggen

Example in DutchTranslation in English
Al moet je de hele Potomic afdreggen.I don't care if you have to drag the Potomac.
Je kan het meer afdreggen, maar je vindt hem vast niet.You can drag that lake, you won't find him.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afdreigen
do
afdringen
do
opdreggen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

afbollen
do
afbonzen
do
afdelen
do
afdoen
take off
afdraven
do
afdreigen
do
afduvelen
do
affineren
affiliate
affutselen
do
afgraven
abrade

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'drag':

None found.
Learning languages?