Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Afdansen (to do) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of afdansen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
dans af
I do
danst af
you do
danst af
he/she/it does
dansen af
we do
dansen af
you all do
dansen af
they do
Present perfect tense
heb afgedanst
I have done
hebt afgedanst
you have done
heeft afgedanst
he/she/it has done
hebben afgedanst
we have done
hebben afgedanst
you all have done
hebben afgedanst
they have done
Past tense
danste af
I did
danste af
you did
danste af
he/she/it did
dansten af
we did
dansten af
you all did
dansten af
they did
Future tense
zal afdansen
I will do
zult afdansen
you will do
zal afdansen
he/she/it will do
zullen afdansen
we will do
zullen afdansen
you all will do
zullen afdansen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afdansen
I would do
zou afdansen
you would do
zou afdansen
he/she/it would do
zouden afdansen
we would do
zouden afdansen
you all would do
zouden afdansen
they would do
Subjunctive mood
danse af
I do
danse af
you do
danse af
he/she/it do
danse af
we do
danse af
you all do
danse af
they do
Past perfect tense
had afgedanst
I had done
had afgedanst
you had done
had afgedanst
he/she/it had done
hadden afgedanst
we had done
hadden afgedanst
you all had done
hadden afgedanst
they had done
Future perf.
zal afgedanst hebben
I will have done
zal afgedanst hebben
you will have done
zal afgedanst hebben
he/she/it will have done
zullen afgedanst hebben
we will have done
zullen afgedanst hebben
you all will have done
zullen afgedanst hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgedanst hebben
I would have done
zou afgedanst hebben
you would have done
zou afgedanst hebben
he/she/it would have done
zouden afgedanst hebben
we would have done
zouden afgedanst hebben
you all would have done
zouden afgedanst hebben
they would have done
Present bijzin tense
afdans
I do
afdanst
you do
afdanst
he/she/it does
afdansen
we do
afdansen
you all do
afdansen
they do
Past bijzin tense
afdanste
I did
afdanste
you did
afdanste
he/she/it did
afdansten
we did
afdansten
you all did
afdansten
they did
Future bijzin tense
zal afdansen
I will do
zult afdansen
you will do
zal afdansen
he/she/it will do
zullen afdansen
we will do
zullen afdansen
you all will do
zullen afdansen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afdansen
I would do
zou afdansen
you would do
zou afdansen
he/she/it would do
zouden afdansen
we would do
zouden afdansen
you all would do
zouden afdansen
they would do
Subjunctive bijzin mood
afdanse
I do
afdanse
you do
afdanse
he/she/it do
afdanse
we do
afdanse
you all do
afdanse
they do
Du
Ihr
Imperative mood
dans af
do
danst af
do

Examples of afdansen

Example in DutchTranslation in English
Als je denkt dat de choreografie voor onze eerste dans af is, ben je gestoord.We've got to work out the seating chart, then I've got to pick up my suit from the dry cleaner's, and if you think I'm done choreographing our first dance, you're insane.
Wijst 'n lap dans af, zegt de stripper dat ze beter kan in haar leven.Turns down the lap dance, tells the stripper she has better choices she can make with her life.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afdammen
do
afdanken
do
afdorsen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

aarden
do
achternadoen
do chase
afborstelen
do
afbottelen
do
afbrassen
do
afbrokkelen
do
afdanken
do
afdeinzen
do
afdraaien
reel off
affirmeren
affirm

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.