Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Aanzwaaien (to be swinging) conjugation

Dutch

Conjugation of aanzwaaien

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zwaai aan
I am swinging
zwaait aan
you are swinging
zwaait aan
he/she/it is swinging
zwaaien aan
we are swinging
zwaaien aan
you all are swinging
zwaaien aan
they are swinging
Present perfect tense
ben aangezwaaid
I have been swinging
bent aangezwaaid
you have been swinging
is aangezwaaid
he/she/it has been swinging
zijn aangezwaaid
we have been swinging
zijn aangezwaaid
you all have been swinging
zijn aangezwaaid
they have been swinging
Past tense
zwaaide aan
I was swinging
zwaaide aan
you were swinging
zwaaide aan
he/she/it was swinging
zwaaiden aan
we were swinging
zwaaiden aan
you all were swinging
zwaaiden aan
they were swinging
Future tense
zal aanzwaaien
I will be swinging
zult aanzwaaien
you will be swinging
zal aanzwaaien
he/she/it will be swinging
zullen aanzwaaien
we will be swinging
zullen aanzwaaien
you all will be swinging
zullen aanzwaaien
they will be swinging
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanzwaaien
I would be swinging
zou aanzwaaien
you would be swinging
zou aanzwaaien
he/she/it would be swinging
zouden aanzwaaien
we would be swinging
zouden aanzwaaien
you all would be swinging
zouden aanzwaaien
they would be swinging
Subjunctive mood
zwaaie aan
I am swinging
zwaaie aan
you are swinging
zwaaie aan
he/she/it be swinging
zwaaie aan
we are swinging
zwaaie aan
you all are swinging
zwaaie aan
they are swinging
Past perfect tense
was aangezwaaid
I had been swinging
was aangezwaaid
you had been swinging
was aangezwaaid
he/she/it had been swinging
waren aangezwaaid
we had been swinging
waren aangezwaaid
you all had been swinging
waren aangezwaaid
they had been swinging
Future perf.
zal aangezwaaid zijn
I will have been swinging
zal aangezwaaid zijn
you will have been swinging
zal aangezwaaid zijn
he/she/it will have been swinging
zullen aangezwaaid zijn
we will have been swinging
zullen aangezwaaid zijn
you all will have been swinging
zullen aangezwaaid zijn
they will have been swinging
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangezwaaid zijn
I would have been swinging
zou aangezwaaid zijn
you would have been swinging
zou aangezwaaid zijn
he/she/it would have been swinging
zouden aangezwaaid zijn
we would have been swinging
zouden aangezwaaid zijn
you all would have been swinging
zouden aangezwaaid zijn
they would have been swinging
Present bijzin tense
aanzwaai
I am swinging
aanzwaait
you are swinging
aanzwaait
he/she/it is swinging
aanzwaaien
we are swinging
aanzwaaien
you all are swinging
aanzwaaien
they are swinging
Past bijzin tense
aanzwaaide
I was swinging
aanzwaaide
you were swinging
aanzwaaide
he/she/it was swinging
aanzwaaiden
we were swinging
aanzwaaiden
you all were swinging
aanzwaaiden
they were swinging
Future bijzin tense
zal aanzwaaien
I will be swinging
zult aanzwaaien
you will be swinging
zal aanzwaaien
he/she/it will be swinging
zullen aanzwaaien
we will be swinging
zullen aanzwaaien
you all will be swinging
zullen aanzwaaien
they will be swinging
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanzwaaien
I would be swinging
zou aanzwaaien
you would be swinging
zou aanzwaaien
he/she/it would be swinging
zouden aanzwaaien
we would be swinging
zouden aanzwaaien
you all would be swinging
zouden aanzwaaien
they would be swinging
Subjunctive bijzin mood
aanzwaaie
I am swinging
aanzwaaie
you are swinging
aanzwaaie
he/she/it be swinging
aanzwaaie
we are swinging
aanzwaaie
you all are swinging
aanzwaaie
they are swinging
Du
Ihr
Imperative mood
zwaai aan
be swinging
zwaait aan
be swinging

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aandraaien
tighten

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

aanspoelen
approach speedily
aanvatten
begin
aanvlammen
flam
aanwakkeren
do
aanwassen
increase
aanwoekeren
do
aanzoeken
sit at table
aanzuren
acidify
aanzwellen
swell
aanzwepen
urge on

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'be swinging':

None found.