Conjugation
Etymology
Blog
Courses
Get a Dutch Tutor
Conjugation
Etymology
Blog
aanvloeien
to do
Conjugation
Details
Looking for learning resources?
Study with our courses!
Get a full course →
Conjugation
of
aanvloeien
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vloei aan
I do
vloeit aan
you do
vloeit aan
he/she/it does
vloeien aan
we do
vloeien aan
you all do
vloeien aan
they do
Present perfect tense
ben aangevloeid
I have done
bent aangevloeid
you have done
is aangevloeid
he/she/it has done
zijn aangevloeid
we have done
zijn aangevloeid
you all have done
zijn aangevloeid
they have done
Past tense
vloeide aan
I did
vloeide aan
you did
vloeide aan
he/she/it did
vloeiden aan
we did
vloeiden aan
you all did
vloeiden aan
they did
Future tense
zal aanvloeien
I will do
zult aanvloeien
you will do
zal aanvloeien
he/she/it will do
zullen aanvloeien
we will do
zullen aanvloeien
you all will do
zullen aanvloeien
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanvloeien
I would do
zou aanvloeien
you would do
zou aanvloeien
he/she/it would do
zouden aanvloeien
we would do
zouden aanvloeien
you all would do
zouden aanvloeien
they would do
Subjunctive mood
vloeie aan
I do
vloeie aan
you do
vloeie aan
he/she/it do
vloeie aan
we do
vloeie aan
you all do
vloeie aan
they do
Past perfect tense
was aangevloeid
I had done
was aangevloeid
you had done
was aangevloeid
he/she/it had done
waren aangevloeid
we had done
waren aangevloeid
you all had done
waren aangevloeid
they had done
Future perf.
zal aangevloeid zijn
I will have done
zal aangevloeid zijn
you will have done
zal aangevloeid zijn
he/she/it will have done
zullen aangevloeid zijn
we will have done
zullen aangevloeid zijn
you all will have done
zullen aangevloeid zijn
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangevloeid zijn
I would have done
zou aangevloeid zijn
you would have done
zou aangevloeid zijn
he/she/it would have done
zouden aangevloeid zijn
we would have done
zouden aangevloeid zijn
you all would have done
zouden aangevloeid zijn
they would have done
Present bijzin tense
aanvloei
I do
aanvloeit
you do
aanvloeit
he/she/it does
aanvloeien
we do
aanvloeien
you all do
aanvloeien
they do
Past bijzin tense
aanvloeide
I did
aanvloeide
you did
aanvloeide
he/she/it did
aanvloeiden
we did
aanvloeiden
you all did
aanvloeiden
they did
Future bijzin tense
zal aanvloeien
I will do
zult aanvloeien
you will do
zal aanvloeien
he/she/it will do
zullen aanvloeien
we will do
zullen aanvloeien
you all will do
zullen aanvloeien
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanvloeien
I would do
zou aanvloeien
you would do
zou aanvloeien
he/she/it would do
zouden aanvloeien
we would do
zouden aanvloeien
you all would do
zouden aanvloeien
they would do
Subjunctive bijzin mood
aanvloeie
I do
aanvloeie
you do
aanvloeie
he/she/it do
aanvloeie
we do
aanvloeie
you all do
aanvloeie
they do
Du
Ihr
Imperative mood
vloei aan
do
vloeit aan
do
Further details about this page
LOCATION
Cooljugator
/
Dutch
/
aanvloeien
RELATED PAGES
aangloeien
do
aangroeien
do
aanknoeien
do
aanvlotten
do
Back to Top