Aanvlammen (to flam) conjugation

Dutch
9 examples

Conjugation of aanvlammen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vlam aan
I flam
vlamt aan
you flam
vlamt aan
he/she/it flams
vlammen aan
we flam
vlammen aan
you all flam
vlammen aan
they flam
Present perfect tense
heb aangevlamd
I have flammed
hebt aangevlamd
you have flammed
heeft aangevlamd
he/she/it has flammed
hebben aangevlamd
we have flammed
hebben aangevlamd
you all have flammed
hebben aangevlamd
they have flammed
Past tense
vlamde aan
I flammed
vlamde aan
you flammed
vlamde aan
he/she/it flammed
vlamden aan
we flammed
vlamden aan
you all flammed
vlamden aan
they flammed
Future tense
zal aanvlammen
I will flam
zult aanvlammen
you will flam
zal aanvlammen
he/she/it will flam
zullen aanvlammen
we will flam
zullen aanvlammen
you all will flam
zullen aanvlammen
they will flam
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanvlammen
I would flam
zou aanvlammen
you would flam
zou aanvlammen
he/she/it would flam
zouden aanvlammen
we would flam
zouden aanvlammen
you all would flam
zouden aanvlammen
they would flam
Subjunctive mood
vlamme aan
I flam
vlamme aan
you flam
vlamme aan
he/she/it flam
vlamme aan
we flam
vlamme aan
you all flam
vlamme aan
they flam
Past perfect tense
had aangevlamd
I had flammed
had aangevlamd
you had flammed
had aangevlamd
he/she/it had flammed
hadden aangevlamd
we had flammed
hadden aangevlamd
you all had flammed
hadden aangevlamd
they had flammed
Future perf.
zal aangevlamd hebben
I will have flammed
zal aangevlamd hebben
you will have flammed
zal aangevlamd hebben
he/she/it will have flammed
zullen aangevlamd hebben
we will have flammed
zullen aangevlamd hebben
you all will have flammed
zullen aangevlamd hebben
they will have flammed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangevlamd hebben
I would have flammed
zou aangevlamd hebben
you would have flammed
zou aangevlamd hebben
he/she/it would have flammed
zouden aangevlamd hebben
we would have flammed
zouden aangevlamd hebben
you all would have flammed
zouden aangevlamd hebben
they would have flammed
Present bijzin tense
aanvlam
I flam
aanvlamt
you flam
aanvlamt
he/she/it flams
aanvlammen
we flam
aanvlammen
you all flam
aanvlammen
they flam
Past bijzin tense
aanvlamde
I flammed
aanvlamde
you flammed
aanvlamde
he/she/it flammed
aanvlamden
we flammed
aanvlamden
you all flammed
aanvlamden
they flammed
Future bijzin tense
zal aanvlammen
I will flam
zult aanvlammen
you will flam
zal aanvlammen
he/she/it will flam
zullen aanvlammen
we will flam
zullen aanvlammen
you all will flam
zullen aanvlammen
they will flam
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanvlammen
I would flam
zou aanvlammen
you would flam
zou aanvlammen
he/she/it would flam
zouden aanvlammen
we would flam
zouden aanvlammen
you all would flam
zouden aanvlammen
they would flam
Subjunctive bijzin mood
aanvlamme
I flam
aanvlamme
you flam
aanvlamme
he/she/it flam
aanvlamme
we flam
aanvlamme
you all flam
aanvlamme
they flam
Du
Ihr
Imperative mood
vlam aan
flam
vlamt aan
flam

Examples of aanvlammen

Example in DutchTranslation in English
Als een vlam aan de hemel.like a flame, across the sky.
Als we enkel... een vlam aan die sensor kunnen houden is het al genoeg.If we just - Holding a small flame up to that sensor should do it.
Je mag geen open vlam aan boord.You know you're not supposed to have an open flame on the ship.
Tijd om de eeuwige vlam aan te steken.Time to light the eternal flame.
- Ga terug en wakker die vlammen aan.- That's cute. - Now, go on back and fan those flames.
Al die collega's die ooit op een boekenkaft komen te staan met een zwarte balk over hun ogen, in zo'n boek met vlammen aan de buitenkant die jullie allemaal schijnen te moeten schrijven?The old days? AII your colleagues who are destined to have a black strip over their eyes in one of those kiss-and-teII books with flames on the outside that you lot keep writing?
Beide kanten wilden oorlog, beide zijden wakkerden de de vlammen aan van onverdraagzaamheid om het zover te krijgen, en uiteindelijk, vernietigden we bijna de enige bewoonbare Planeet, die we hebben.Both sides wanted war, both sides fanned the flames of bigotry to get it, and in the end, we almost destroyed the only habitable planet that we've got.
De brandweer kwam aan en zagen grote vlammen aan de oostkant.Firefighters arrived on the scene to see heavy flames on the east side.
Ik haatte haar zo erg... het... vlammen... vlammen aan weerskanten van m'n gezicht... ademen, adem, zwaar geadem... ln het donker ging Miss Scarlet de bibliotheek in... en sloeg de agent op z'n hoofd met de loden pijp.I hated her so much... It, it... flames... Flames on the side of my face...

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aankrammen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

aanrollen
roll along
aansnellen
rush
aanstichten
instigate
aantelen
do
aanvegen
challenge
aanvinken
check
aanvlechten
do
aanzetten
do
aanzwaaien
be swinging
aanzwellen
swell

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'flam':

None found.
Learning languages?