Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Aanpraten (to foist) conjugation

Dutch
1 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
praat aan
praat aan
praat aan
praten aan
praten aan
praten aan
Present perfect tense
heb aangepraat
hebt aangepraat
heeft aangepraat
hebben aangepraat
hebben aangepraat
hebben aangepraat
Past tense
praatte aan
praatte aan
praatte aan
praatten aan
praatten aan
praatten aan
Future tense
zal aanpraten
zult aanpraten
zal aanpraten
zullen aanpraten
zullen aanpraten
zullen aanpraten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanpraten
zou aanpraten
zou aanpraten
zouden aanpraten
zouden aanpraten
zouden aanpraten
Subjunctive mood
prate aan
prate aan
prate aan
prate aan
prate aan
prate aan
Past perfect tense
had aangepraat
had aangepraat
had aangepraat
hadden aangepraat
hadden aangepraat
hadden aangepraat
Future perf.
zal aangepraat hebben
zal aangepraat hebben
zal aangepraat hebben
zullen aangepraat hebben
zullen aangepraat hebben
zullen aangepraat hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangepraat hebben
zou aangepraat hebben
zou aangepraat hebben
zouden aangepraat hebben
zouden aangepraat hebben
zouden aangepraat hebben
Present bijzin tense
aanpraat
aanpraat
aanpraat
aanpraten
aanpraten
aanpraten
Past bijzin tense
aanpraatte
aanpraatte
aanpraatte
aanpraatten
aanpraatten
aanpraatten
Future bijzin tense
zal aanpraten
zult aanpraten
zal aanpraten
zullen aanpraten
zullen aanpraten
zullen aanpraten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanpraten
zou aanpraten
zou aanpraten
zouden aanpraten
zouden aanpraten
zouden aanpraten
Subjunctive bijzin mood
aanprate
aanprate
aanprate
aanprate
aanprate
aanprate
Du
Ihr
Imperative mood
praat aan
praat aan

Examples of aanpraten

Example in DutchTranslation in English
Ik wil niet dat je daar bang wordt, iedereen kan je van alle ideeën aanpraten... over dat.I do not want you there frightened, anyone can foist any ideas ... about that.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aanpreken
do
aanpunten
sharpen

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'foist':

None found.