Dutch
Afrikaans
Albanian
Arabic
Azeri
Basque
Catalan
Danish
Dutch
English
Esperanto
Estonian
Faroese
Finnish
Finnish adjectives
Finnish nouns
French
German
Greek
Hawaiian
Hebrew
Hungarian
Icelandic
Indonesian
Italian
Japanese
Latvian
Lithuanian
Macedonian
Malay
Maltese
Maori
Norwegian
Persian
Polish
Portuguese
Quechua
Romanian
Russian
Russian adjectives
Russian nouns
Spanish
Swedish
Thai
Turkish
Vietnamese
Etymology
Blog
Dutch
Afrikaans
Albanian
Arabic
Azeri
Basque
Catalan
Danish
Dutch
English
Esperanto
Estonian
Faroese
Finnish
Finnish adjectives
Finnish nouns
French
German
Greek
Hawaiian
Hebrew
Hungarian
Icelandic
Indonesian
Italian
Japanese
Latvian
Lithuanian
Macedonian
Malay
Maltese
Maori
Norwegian
Persian
Polish
Portuguese
Quechua
Romanian
Russian
Russian adjectives
Russian nouns
Spanish
Swedish
Thai
Turkish
Vietnamese
Etymology
Blog
Speak any language with confidence
Take our quick quiz to start your journey to fluency today!
Get started
Conjugate
Aanfietsen (to do) conjugation
Dutch
1 examples
Display translations
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
fiets aan
I do
fietst aan
you do
fietst aan
he/she/it does
fietsen aan
we do
fietsen aan
you all do
fietsen aan
they do
Present perfect tense
heb aangefietst
I have done
hebt aangefietst
you have done
heeft aangefietst
he/she/it has done
hebben aangefietst
we have done
hebben aangefietst
you all have done
hebben aangefietst
they have done
Past tense
fietste aan
I did
fietste aan
you did
fietste aan
he/she/it did
fietsten aan
we did
fietsten aan
you all did
fietsten aan
they did
Future tense
zal aanfietsen
I will do
zult aanfietsen
you will do
zal aanfietsen
he/she/it will do
zullen aanfietsen
we will do
zullen aanfietsen
you all will do
zullen aanfietsen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanfietsen
I would do
zou aanfietsen
you would do
zou aanfietsen
he/she/it would do
zouden aanfietsen
we would do
zouden aanfietsen
you all would do
zouden aanfietsen
they would do
Subjunctive mood
fietse aan
I do
fietse aan
you do
fietse aan
he/she/it do
fietse aan
we do
fietse aan
you all do
fietse aan
they do
Past perfect tense
had aangefietst
I had done
had aangefietst
you had done
had aangefietst
he/she/it had done
hadden aangefietst
we had done
hadden aangefietst
you all had done
hadden aangefietst
they had done
Future perf.
zal aangefietst hebben
I will have done
zal aangefietst hebben
you will have done
zal aangefietst hebben
he/she/it will have done
zullen aangefietst hebben
we will have done
zullen aangefietst hebben
you all will have done
zullen aangefietst hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangefietst hebben
I would have done
zou aangefietst hebben
you would have done
zou aangefietst hebben
he/she/it would have done
zouden aangefietst hebben
we would have done
zouden aangefietst hebben
you all would have done
zouden aangefietst hebben
they would have done
Present bijzin tense
aanfiets
I do
aanfietst
you do
aanfietst
he/she/it does
aanfietsen
we do
aanfietsen
you all do
aanfietsen
they do
Past bijzin tense
aanfietste
I did
aanfietste
you did
aanfietste
he/she/it did
aanfietsten
we did
aanfietsten
you all did
aanfietsten
they did
Future bijzin tense
zal aanfietsen
I will do
zult aanfietsen
you will do
zal aanfietsen
he/she/it will do
zullen aanfietsen
we will do
zullen aanfietsen
you all will do
zullen aanfietsen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanfietsen
I would do
zou aanfietsen
you would do
zou aanfietsen
he/she/it would do
zouden aanfietsen
we would do
zouden aanfietsen
you all would do
zouden aanfietsen
they would do
Subjunctive bijzin mood
aanfietse
I do
aanfietse
you do
aanfietse
he/she/it do
aanfietse
we do
aanfietse
you all do
aanfietse
they do
Du
Ihr
Imperative mood
fiets aan
do
fietst aan
do
Examples of aanfietsen
Example in Dutch
Translation in English
fiets aan
Verkoop mijn
fiets aan
niemand anders.
But don't sell my bike to anyone.
More Dutch verbs
Related
Not found
We have none.
Similar
aanflitsen
flash on
Similar but longer
Not found
We have none.
Random
aanbermen
do
aanblazen
bark at
aanblijven
stay on
aaneenkleven
stick together
aaneenkoeken
do
aaneenschrijven
write in one
aaneenzitten
do
aanerven
do
aanflitsen
flash on
aangeven
hand
Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':
None found.