Vooropstellen (to premise) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of vooropstellen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
stel voorop
I premise
stelt voorop
you premise
stelt voorop
he/she/it premises
stellen voorop
we premise
stellen voorop
you all premise
stellen voorop
they premise
Present perfect tense
heb vooropgesteld
I have premised
hebt vooropgesteld
you have premised
heeft vooropgesteld
he/she/it has premised
hebben vooropgesteld
we have premised
hebben vooropgesteld
you all have premised
hebben vooropgesteld
they have premised
Past tense
stelde voorop
I premised
stelde voorop
you premised
stelde voorop
he/she/it premised
stelden voorop
we premised
stelden voorop
you all premised
stelden voorop
they premised
Future tense
zal vooropstellen
I will premise
zult vooropstellen
you will premise
zal vooropstellen
he/she/it will premise
zullen vooropstellen
we will premise
zullen vooropstellen
you all will premise
zullen vooropstellen
they will premise
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou vooropstellen
I would premise
zou vooropstellen
you would premise
zou vooropstellen
he/she/it would premise
zouden vooropstellen
we would premise
zouden vooropstellen
you all would premise
zouden vooropstellen
they would premise
Subjunctive mood
stelle voorop
I premise
stelle voorop
you premise
stelle voorop
he/she/it premise
stelle voorop
we premise
stelle voorop
you all premise
stelle voorop
they premise
Past perfect tense
had vooropgesteld
I had premised
had vooropgesteld
you had premised
had vooropgesteld
he/she/it had premised
hadden vooropgesteld
we had premised
hadden vooropgesteld
you all had premised
hadden vooropgesteld
they had premised
Future perf.
zal vooropgesteld hebben
I will have premised
zal vooropgesteld hebben
you will have premised
zal vooropgesteld hebben
he/she/it will have premised
zullen vooropgesteld hebben
we will have premised
zullen vooropgesteld hebben
you all will have premised
zullen vooropgesteld hebben
they will have premised
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou vooropgesteld hebben
I would have premised
zou vooropgesteld hebben
you would have premised
zou vooropgesteld hebben
he/she/it would have premised
zouden vooropgesteld hebben
we would have premised
zouden vooropgesteld hebben
you all would have premised
zouden vooropgesteld hebben
they would have premised
Present bijzin tense
vooropstel
I premise
vooropstelt
you premise
vooropstelt
he/she/it premises
vooropstellen
we premise
vooropstellen
you all premise
vooropstellen
they premise
Past bijzin tense
vooropstelde
I premised
vooropstelde
you premised
vooropstelde
he/she/it premised
vooropstelden
we premised
vooropstelden
you all premised
vooropstelden
they premised
Future bijzin tense
zal vooropstellen
I will premise
zult vooropstellen
you will premise
zal vooropstellen
he/she/it will premise
zullen vooropstellen
we will premise
zullen vooropstellen
you all will premise
zullen vooropstellen
they will premise
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou vooropstellen
I would premise
zou vooropstellen
you would premise
zou vooropstellen
he/she/it would premise
zouden vooropstellen
we would premise
zouden vooropstellen
you all would premise
zouden vooropstellen
they would premise
Subjunctive bijzin mood
vooropstelle
I premise
vooropstelle
you premise
vooropstelle
he/she/it premise
vooropstelle
we premise
vooropstelle
you all premise
vooropstelle
they premise
Du
Ihr
Imperative mood
stel voorop
premise
stelt voorop
premise

Examples of vooropstellen

Example in DutchTranslation in English
Dr. Palmer's moleculaire's herschikking Werd vooropgesteld op een opgenomen vermogen uit ons systeem, Waardoor...Dr. Palmer's molecular's realignment was premised on a power draw from our system, which resulted--

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

voorbijschieten
overshoot
voorgeven
give
voorkauwen
chew
voorkopen
buy
voorleggen
serve
vooropstaan
prevail
vooropzetten
do
voorschieten
advance
voortellen
do
voortjagen
scud

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'premise':

None found.
Learning languages?