Volstoppen (to cram) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of volstoppen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
stop vol
I cram
stopt vol
you cram
stopt vol
he/she/it crams
stoppen vol
we cram
stoppen vol
you all cram
stoppen vol
they cram
Present perfect tense
heb volgestopt
I have crammed
hebt volgestopt
you have crammed
heeft volgestopt
he/she/it has crammed
hebben volgestopt
we have crammed
hebben volgestopt
you all have crammed
hebben volgestopt
they have crammed
Past tense
stopte vol
I crammed
stopte vol
you crammed
stopte vol
he/she/it crammed
stopten vol
we crammed
stopten vol
you all crammed
stopten vol
they crammed
Future tense
zal volstoppen
I will cram
zult volstoppen
you will cram
zal volstoppen
he/she/it will cram
zullen volstoppen
we will cram
zullen volstoppen
you all will cram
zullen volstoppen
they will cram
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou volstoppen
I would cram
zou volstoppen
you would cram
zou volstoppen
he/she/it would cram
zouden volstoppen
we would cram
zouden volstoppen
you all would cram
zouden volstoppen
they would cram
Subjunctive mood
stoppe vol
I cram
stoppe vol
you cram
stoppe vol
he/she/it cram
stoppe vol
we cram
stoppe vol
you all cram
stoppe vol
they cram
Past perfect tense
had volgestopt
I had crammed
had volgestopt
you had crammed
had volgestopt
he/she/it had crammed
hadden volgestopt
we had crammed
hadden volgestopt
you all had crammed
hadden volgestopt
they had crammed
Future perf.
zal volgestopt hebben
I will have crammed
zal volgestopt hebben
you will have crammed
zal volgestopt hebben
he/she/it will have crammed
zullen volgestopt hebben
we will have crammed
zullen volgestopt hebben
you all will have crammed
zullen volgestopt hebben
they will have crammed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou volgestopt hebben
I would have crammed
zou volgestopt hebben
you would have crammed
zou volgestopt hebben
he/she/it would have crammed
zouden volgestopt hebben
we would have crammed
zouden volgestopt hebben
you all would have crammed
zouden volgestopt hebben
they would have crammed
Present bijzin tense
volstop
I cram
volstopt
you cram
volstopt
he/she/it crams
volstoppen
we cram
volstoppen
you all cram
volstoppen
they cram
Past bijzin tense
volstopte
I crammed
volstopte
you crammed
volstopte
he/she/it crammed
volstopten
we crammed
volstopten
you all crammed
volstopten
they crammed
Future bijzin tense
zal volstoppen
I will cram
zult volstoppen
you will cram
zal volstoppen
he/she/it will cram
zullen volstoppen
we will cram
zullen volstoppen
you all will cram
zullen volstoppen
they will cram
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou volstoppen
I would cram
zou volstoppen
you would cram
zou volstoppen
he/she/it would cram
zouden volstoppen
we would cram
zouden volstoppen
you all would cram
zouden volstoppen
they would cram
Subjunctive bijzin mood
volstoppe
I cram
volstoppe
you cram
volstoppe
he/she/it cram
volstoppe
we cram
volstoppe
you all cram
volstoppe
they cram
Du
Ihr
Imperative mood
stop vol
cram
stopt vol
cram

Examples of volstoppen

Example in DutchTranslation in English
Dat is: 'Lompe overdreven, duidelijke kom-klaar op iedere vrouw die passeert en stop vol'.It's 'take your crude, overly obvious come-on to every woman who walks past and cram it.'
Je bent zeker vreselijk volgestopt aangezien jullie zo weinig tijd samen hadden.Well, You certainly have crammed an awful lot into such a short time together.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verstoppen
hide
volproppen
cram
volstorten
pay up
volstouwen
clutter up

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'cram':

None found.
Learning languages?